Achterhoek Ancestors

Notes


Matches 1 to 50 of 4,561

      1 2 3 4 5 ... 92» Next»

 #   Notes   Linked to 
1
Bron: French Creek, Chautauqua county, NY 1870 census records, http://www.ancestry.com 
Family F4345
 
2 'Den 5 april is onsen L. outsten Soon Gerhard tot onse hoogste Smerte ende droefheijd tot Wenterswik in Strobants mistvaalt verdronken' van Sontsvelt, Gerhard (I23275)
 
3 'geboren tusschen den 14 en 15 april 1773'. te Grotenhuijs, Gerrit Willem (I34550)
 
4 'heden morgen 1 uur voor dage' Leusinck, Berent (I3516)
 
5 'Wij ondergeschrevene Ananias Thieenk ende Beernd Wiggerinck attesteren ende verclaren ter instantie van den hofftegeder scholt Jan Meerdink dat wij woonagtigh zijn in en bij Wenterswijk, en dat ons seer wel bekent zijn de Goederen van sijn Excellentie de Prins van Slams tot Anholt in het kerspel Wenterswijk boerschap Woolt gelegen
als mede dat wij seer wel weten en kennen die bouwlieden daer op woonagtigh als namentlijk Coene, en Wijnholt Coops, Wessel, Geert, en Derk Droppers, Jan Schroers, Geert Kotters, Hindrik Heetcamp, Derk Bloemers, Hindrik Kotters, en Wijnholt Damkott.
Deses alsoo waar te zijn verklaren wij bij desen, onder belofte van het selve, des gerequireert met solemnelen eede te corroboreren,; in oircond der waerheijd hebben wij dit met onse eijgen handen onderschreven binnen Arnhem den 25sten Februarij 1715.
w.g. Berendt Wiggerinck
Ananias Theinck

Bron: Das Lib.Gifte Woold rot 3, nr. 21, Koops uit het Woold deel 2, p. 18v, RAG: Civiele Processen van het Hof van Gelderland, 1716, inv.nr.20, processtuk K 
Family F1281
 
6 'Willem Hones vrouw X' (kinderen nalatend). Schoemaecker, Janna Cunnera (I16991)
 
7 'Willem Hones vrouw' du Pre, Maria Elisabeth (I20494)
 
8 "Also ik ondergeschrevene drossaert deser heerlicheyt onderricht worde dat scholte Hendrick Willinck sich door den dronck daegelycks so onbequam maeckt, dat daer door veele disordres en excessen comt te plegen en selfs te becreesen staet een misgreep aen syn eygen vrouw en kinderen, so ist dat ick onderschrevene uyt voorsorge van de gemene rust en dat hij tot het extreemste ongeval niet mach vervallen, mits desen ordonneere en verbiede een iegelijck ingeseten deses dorps en carspels Wenterswyck op poene van vijfentwintig goltguldens telkens te verbeuren, om aen voorgemelten scholte Hendrick Willinck geenderley soorte van gedranckte, t'sij te geve of voor gelde uyt te reycken of te laeten toecomen, totter tijt sijn gedrag sulcks anders sal comen te verdienen en word ter dien eynde den ondervooght Gerrit ter Pelkwijck gelast de ingesetenen deses dorps daervan kennisse te geven. Actum Wenterswijck den 17 Marti 1701."
Bron: Luiting: "Familie-onderzoek", in: Het huis Balkenschot en andere verhalen betreffende de geschiedenis van Winterswijk, c.q. de Heerlijkheid Bredevoort.

Wellicht was de dronkenschap van Willink de reden waarom de vader van Gerhard Wijgink weigerde toestemming te geven voor diens huwelijk met de weduwe van Willinck. 
Family F2466
 
9 "de weduwe van Rinder te Boske" Oolthuis, Geertje (I164)
 
10 "tegen lants en kercke ordre gecopuleert tot Vreeden bij de Papen". Family F6338
 
11 "tweelingen van Harme Keveskamp" Keveskamp, kind (I29898)
 
12 "tweelingen van Harme Keveskamp" Keveskamp, kind (I29899)
 
13 "Uncle of Late David E. Birkohoff is Dead

John D. Droppers, 76, uncle of the late David E. Birkhoff, Madison, died at his home in Milwaukee Wednesday. Mr. Droppers was a brother of Mr. Birkhoff's mother. He is survived by his widow, a son, Herbert; a daughter, Mrs Gertrude Braun; a granddaughter, Jean Droppers; two brothers, Walter and Henry; and two sisters, Ms. Cassius Sercombe and Dr. Joan Droppers. Funeral services will be held at 2 Friday afternoon in Milwaukee, with six letter carriers as pallbearers. Burial will be in Forest Home cemetery, Milwaukee."

Bron: Ancestry message Pastbankhkarr d.d. 23-3-2010. Wisconsin. The Capital times. 1930. Digital images, NewspaperARCHIVE.com http://www.newspaperARCHIVE.com : 2010.
1st Ref Note: Wisconsin. The Capital Times. 14 August 1930, Vol.26, No. 30, p. 2, col. 3; digital image, NewspaperARCHIVE.com (http://www.newspaperARCHIVE.com : accessed 23 March 2010.) 
Droppers, Jan Dirk (I4010)
 
14 (ook Hendrick) Hetbrinck, Derck (I2070)
 
15 1 april 1658:
Cunne wed. van zal. Schulte van Huppel met haar zonen Jan, Tonnis en Albert en haar schoonzoon Cockes Jan, verkoopt aan Willem ten Voortwis en Jan Herbers de cavestede het Overboom in Meddo.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 45, RABvt 420 f 76 v

9 september 1662:
Cunneken wed. van zal. Derck Schulten van Huppel vermeld met haar zoon Jan Schulten. 
Family F4976
 
16 1 april 1665:
Dr. Smitz, volmachtiger van heer oberste Frederich Backer, hebbende voor desen seeckere brieven van executie des edele hoves van Gelderlandt in saecken tegens Mechteld Brethouwer, weduwe van wijlen Engelbert van Dieren aen den heere drost gepraesentiert ende vervolchlick bij desen edele gerichte voor eerst d' ophaelinge ende terminum distractionis mobilium versocht oick, luijt prothocols erholden, den welcken comparant ter instantie van de gemelte weduwe ende derselver sohn Wessel Nachtegal vruchteloos heefft laeten voorbijgaen, sub hac conditione nochtans, dattet erholden verwinn metten eersten volgentz gedaene belofften souden affgedaen ende den heer praetendent contentement gegeven worden, dewijl averst daerop bis dato in 't minste niet gevolcht iss, versoeckt comparant qualitate qua volgentz ontfangen speciale commissie, dat een neuwen termijn ten eijnde voorschreven angestelt ende parthij advers hijrvan de weete per extractum moege gedaen worden.
(in margine: N.B. Desen dach van den 4e april is [in] den 7e desselven maents met consent des heeren richters uitgestelt)
Bron: Transcriptiewerkgroep Het Museum: Transcriptie judicieel protocol Bredevoort 1665

7 april 1665:
Erschenen Dr. Smits, volmachtiger van den heer overste Frederick Backer, en versochte dat in conformite van een edele gerichts decreet van den 1e aprilis, met ophaelinge en distractie van panden mach worden vervaeren.
Ex officio. Erschenen Wessel Nachtegal, uit den naeme van de moeder, en exhibeerde desen edele gerichte seecker protestationschrift, versoeckende naer inholt derselver met die op huiden angestelden distractie te supersederen en in te holden, off anders decreet van desen edele gerichte daerop verwachtende.
Ex officio Dr. Smits, seidt dat de executoriaele brieven van den edele hoove van Gelderlant sijn pure en absoluit en dat oversulckx het verwin met geen protestationschriften kan afgedaen worden, persisterende derhalven bij het gedaene versoeck van ophaelinge en distractie van panden, sullende d' heer praetendent bij verweigerinch vandien genootsaeckt wesen van verweigert recht ter behoorlijcker plaetse, hoewel ongeern, sich te beklaegen.
Ex officio Wessel Nachtegael in qualitate als vooren, persisteerde bij den inholt van sijn overgeleverde protestationschrift en inholde vandien, versoeckende als daerbij.
Bron: Transcriptiewerkgroep Het Museum: Transcriptie judicieel protocol Bredevoort 1665 
Brethouwer, Mechtelt (I34478)
 
17 1 december 1656:
Erschenen Everwin Wassenbergh Vooght tott Wenterschwick cavierende de rato voor sijne huijsfrouwen Aeltijen ten Grotenhuijs, ende heefft sich geconstitueert ende gestelt, gelijck hij hem constitueerde ende stelde bij dese tott burge ende Cautionaris voor alsulcken ontfanck ende administratie , als Arnold Cöx als Landt Rentmr. vande Graeffschap Berge, van Haere hooch Grafflicke Genade thoe den Berge is hebbende, belovende te betaelen ende te voldoen t'geene gemelte Rentmr. bij sloote van Reekeninge aen Hoochgedachte haere Graefflicke Genaden sall komen schuldich te worden, daervoor verbindend alle sijne goederen roerende ende onroer(ende), ghene uijtgesondert, dieselve submittieren(de) ter parater executie van allen Heeren Hoven, Richteren ende Gerichten, ende specialicken die heerlicke ende parate executie vanden Edelen Hoove van Gelderlandt, renuntijerende van alle beneficien, exceptien ende indulten van Rechten, die hem eenichsints souden mogen vorderlick sijn, insonderheijt het beneficie ordinis et excussionis, dictierende, dat men den principalen debiteur eerst moet executieren, eer men den borge magh anspreken; Ende tott meerder verseekeringe van haer HoochGrafflicker genaden heefft Comparant specialicken verbonden ende geaffecteert, verbindt en affecteert bij deesen, sijne behuijsinge met den angehoerigen bonghert ende wehre, Mitzgaeders twee hoven, d'eene opte huijs breede, d'ander achter des Voogts huijs, alle in ende omtrent het dorp Dinxperloe gelegen, aen niemandt anders verbonden, noch met eenich beswaer verhafftet goedt, t'samen wel duijsent Rijx dll. werdich, submittierende t'selve ter executie als vooren, belovende Comparant hem int onderhouden vam desen bij den Edelen Hoove van Gelderlandt ende allen anderen Gerichten, voluntarie te willen laeten condemneren, Allet ter goeder trouw ende sonder argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 419 fol. 83v, 84 
Family F14507
 
18 1 december 1701:
Berent te Boeckenhorst en Deve te Sellinck, ehelieden in Ratum en broer Hendrick te Boeckenhorst en Dorothea Beerninck, ehelieden, hebben elk voor de helft gekocht het goetjen Boeckenhorst in Ratum, ook hun paerden, beesten en vordere rackheit des huises en de in- en uitschulden bezitten zij ieder voor de helft. Om te voorkomen dat over de deling van de onverdeelde boedel oneinigheden tussen hun erfgenamen ontstaan, willen zij daarin nu voorzien. Overeengekomen wordt dat Hendrick te Boeckenhorst en huisvrouw of erven alsdan in leven aan der comparanten erfgenamen ab intestato uitkeren: aan Berent Boeckenhorst zijde aan Jan op Tijshuis in Meddehoe of erven een som van 100 Caroli guldens, aan Deefken te Sellinck zijde aan haar broer Derick Roikers 100 gulden en aan haar volle zuster Aeltjen, getrouwd met Derck Schulten op Onninck 100 gulden.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 434 
Sellekinck, Berent (I7346)
 
19 1 december 1701:
Berent te Boeckenhorst en Deve te Sellinck, ehelieden in Ratum en broer Hendrick te Boeckenhorst en Dorothea Beerninck, ehelieden, hebben elk voor de helft gekocht het goetjen Boeckenhorst in Ratum, ook hun paerden, beesten en vordere rackheit des huises en de in- en uitschulden bezitten zij ieder voor de helft. Om te voorkomen dat over de deling van de onverdeelde boedel oneinigheden tussen hun erfgenamen ontstaan, willen zij daarin nu voorzien. Overeengekomen wordt dat Hendrick te Boeckenhorst en huisvrouw of erven alsdan in leven aan der comparanten erfgenamen ab intestato uitkeren: aan Berent Boeckenhorst zijde aan Jan op Tijshuis in Meddehoe of erven een som van 100 Caroli guldens, aan Deefken te Sellinck zijde aan haar broer Derick Roikers 100 gulden en aan haar volle zuster Aeltjen, getrouwd met Derck Schulten op Onninck 100 gulden.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 434 
Family F725
 
20 1 februari 1540:
Anno (XVC .) Viertich den ersten Februarii hefft min Joncker die Marschalck ein wessel geholden in krafft siner lessten Monsterschen verwins, also dat sin L. als Amptman tot behuff des huses entfangen Stinen to Korckecke (Kortbecke?) Johan und Alitz echte dochter und weder tot siner lessten und oren erven behoeff entfangen Gesen Storis und Jutten ten Borninckhoff echte dochter.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), acten en notities hofboek Bredevoort, Gelders Archief, Nassause Domeinraad inv.nr. 13a-d 
Family F11456
 
21 1 februari 1619:
Erschenen Geert Ansinck de Olde unnd Geert Ansinck de Jonge, Vader und Soon, beijde voer sich und mede in nhamen und van wegen Baen, sijns Geerdts des Jongeren echter huijssfrouwen, daervoer sie beijde voer ratification deses cavierden, die bekanden voer sich, huijssfrow vorschreven und haren erven, thoevolge des Wallgebornen Graven und Heeren, Herman Dieterichen Graven van Bronckhorst, frijheeren van Batenborch, zu Anholdt, Baer und Lathum, Bannerheeren des Furstendombs Gelder und Graeffschaps Zutphen als Leenheeren des Erffs und guets Ansinck, und S.E. handt und Pitschafft in dato den 15n Decembris A 1618 hiertoe verleenten specialen Consentz, hierbij verthoont, rechter jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben Johan Nachtegalen Gerritken sijner huijssfrouwen und oeren erven, twie und viertich daler, Bredefortscher gangbarer geweerden, den daler ad dertich stuver, den stuver tot vijfftien Placken toeberekenen, Jaerlicx und alle Jaer op Christmissen, viertien dage voer offt na und op Christmiss deses loependen Jaers eerst toe verschijnen, Kummerfrij, thoe heven und boren uth haer Rentverkoperen Erff und guet Ansinck inden Kerspel Aelten buerschap Iserloe bij Eeckinck gelegen, sambt alles soe daerop bevonden werden moge, voorth allen haren gereden und ongereden guederen als specuialen hypoteicken om sich obgemelter Jairlicxer Renten sambt Kosten und schaden mit pendong nae Landtrechte daeran thoe verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvongh und vestniss gelaefft na Landtrechte. Die Loese een halff Jair thovoren thoeverkunden beijdersijdtz voerbeholden, und demnae mitte Somma van Soevenhondert daler obgemelter geweerden und tijt der betalong gengh und geve, eens, offt in twien terminen, nembtlick eens mit Driehondert, und eens mit Vierhondert daler neffens erleggong alles achterstandtz toe loesen. Alles bij peen van pendongh als vorschreven, Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 9, 9v

20 oktober 1619:
ErschenenWillem thoe Hengefelt Mette eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelde Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft te hebben Johan Nachtegalen, Gerritken eheluiden und oeren erven, hare Verkoperen behuijsongh und Hoff inden Darpe Aelten, mitter eener sijdt negst Willem ten Brincks huiss und gront, mitter ander sijdt an Johan Oincks gront gelegen, mitten vorsten einde anden Hoff, achter oick an Willem ten Brincks gront schietende mit derselven toebehoer , oick een hoexken t'welck Willem ten Brincke mit een gebondt affdacks sijner Schueren daervan betimmert hefft nae uthwijsong oogenschijns und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh aller harer gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 392 fol. 55v

13 januari 1621:
Erschenen Geerdt Ansinck genant Oisterhoff, Goeken eheluide die bekanden voer sich, sijner huisfrow und haeren erven, an onderscheidtlicken Sommen, und schuldich tesijn vermoege onderscheidtlicken Obligatien schuldich toe sijn Johan Nachtegaell Gerritken sijner huisfrouwen und oeren erven, die Somme van Vierhondert und Vijfftich daler, alles inholt der Hantschrifften, sijnde die leste huidt dato gepasseert. Gelavende daervan alsolcke Pension, oick betalong der Sommen als in denselven Hantschrifften is besonder begrepen, Voort waerschap, beter Verschrijvong und Vestniss nae Landtrechte, Bij veronderpandong aller haerer goeder, woe offt waer und in wat Heeren Landen die gelegen und antoetreffen wehren, giene uthbescheiden, om sich daeran Inholtz der Hantschrifften toeverhalen. Alles sonder Inrede und
argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 394 fol. 2v, 3

2 augustus 1621:
Erschenen Lambert van Calcker, Wendele eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven voer eene walbetaelte Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft toe hebben Johan Nachtegaell, Gerritken eheluijden und haren erven, Achtenhalven daler, Bredefortscher gangbarer geweerden, den daler ad Dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op S. Jacobi Apostoli, viertien dage voer offt nae onverhaelt und op Jacobi Sestienhondert Twieundtwintich eerst toeverschijnen. Stellende daervoer t'onderpande alle hare gereide und ongereide gueder, giene uthbescheijden, om sich daeran gemelter Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalong erleden und angewendt, mit pendongh nae Landtrechte toe verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdel Jaers toevoren toeverkunden beijdersijdtz voerbeholden, und demnae op Jacobi Apostoli, viertien dage voer offt nae, mitte Somme van Hondert und Vijffundtwintich daler obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij Peen van pendong als vorschreven, Sonder Inrede und argelist.

Erschenen Joist Lebbinck, wedtwe zaligen Johan Thebens, mit Reiner Grievinck haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaer, die bekande vermitz haren Momber vorschreven, voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplichen erffkoips avergelaten und verkofft toehebben Johan Nachtegaelen Gerritgen eheluiden und oeren erven, een Hoeffken ongefehr van twie spint lijnssgeseijs, inden Kerspell Wenterschwick , buerschap Corle tusschen Maes und Nijenhuijss an Nijenhuijss goirden in sijner voor und bepalong gelegen, hebbende hierbevoer in Geerdes guet gehoert, mit sijn toebehoer und gerechticheit. Voer Kummerfrij, Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 394 fol. 48v-49v

13 juni 1627:
In de marge : A 1642 den 20. Julij bekande Herman Nachtegall dat Willem Clots hem dese Summa ten vollen betaelt Ergo Vacat.
Erschenen Mr. Niclas Clotz, Willem eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, rechter wetlicker und berekender schuldt schuldich toe sijn Johan Nachtegaell, Gerritken eheluijden und haren erven de Somme van Viertich daler, den daler ad dertich str. den str., tot Vijfftien placken gerekent, sijnde dieselve halff bij tijde sijner, Niclaessen, zaliger huijsfrouw und dander helffte bij tegenwoirdigen eheluiden tijt schuldich geworden, Gelaevende voer sich und haren respective erven dieselve eerster moeglicker gelegenheit toebetalen. Bij veronderpandong harer behuijsong inden Darpe Aelten sampt aller harer gereden und ongereden goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 400 fol. 27v 
Family F11668
 
22 1 jaar oud. Legters, Arent Jan (I34970)
 
23 1 juli 1629:
Geerdt Sijbinck met Fenne sijn huijsfr., bekent in pandtschap avergelaten und verkoft thoe hebben aan Geerdt ten Veltkamp, Naelcken ehel., ter eener und an Geerdt ten Straecke, Jenneken ehel., ter andere halfscheidt, sijnen kamp, den Sijbinck camp gnt., inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe, langs de Beke gelegen, mitten ende ande Voerwech tegen Berndt Bonen huis schietende, voer doerslechtich und kommervrij, mit conditie dat pandtverkooperen solange sie denselven der geboer regieren, gemelten Camp bowen, und pantkopere die derde garve mitten stroo vant gewas desselven aftrecken und genieten sullen. Die loese een vierdell jaers thovoren te verkundigen beijdersijdts voerbeholden, und demnae up Philippi et Jacobi 14 dage voer off nae, mitte summa van 150 dll. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 402; fol. 51 r en v 
Family F6252
 
24 1 juni 1611: Harmen compareert als cessionaris van zijn vader Geerdt Boenck
RABvt 73 fol. 100v
11 juli 1616: Herman Boeyinck en zijn vrouw Stijne geven hypotheek (id. 389 f 47)
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

7 december 1627:
Otto Volmer bekent voor sich en Wendele van Basten sijner huisfrouw, verkocht te hebben aen Herman Boeinck, Jutten ehel., dat halve erf und guedt Poelhuis, als nembtlick dat huis mit alle getimmer, voort den busch, den plats, die halve weijde, die kamp alsoe dieselve in sich gelegen, den goorden, die Lantdinckstee, die Dincksteger weijde, und die weijde bij den buss, zo als die inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe is gelegen, mit eener sijdt an Geessinck, mitter ander sijdt an Warners guedt und ant Velt gelegen, mit eenen ende an Schulten van Huppels grundt, mitten anderen ende an Warners kempken schietende, mit den older zeegtvrede voor die uthdrift an den wech. Noch hierneffens verkoft die Rouwe mathe alsoe die int Mastervelt is gelegen.

7 december 1627:
Herman Boenck, voor sich und sijnen huisfrouw de rato caverende, bekent verkocht te hebben aan Johan Hemkinck, Marien ehel., die gerechte halfscheit des halven erfs und gudts Poelhuis als nemblick dat halve huis und alle halve getimmer, den halven buss, halve plats, halve kalver weijde, den halven kamp, den halven goorden, halve Lantdinckstege, halve Dincksteger weijde, und halve weijde bij den boss, gestaldt dieselve inden kerspel Wenterswick, buerschap Meddehoe zijn geleven, mit eener sijdt an Geessinck, mitter ander sijdt an Warners guedt und ant Velt gelegen, mit eenen ende an Schulten van Huppels grundt, mitten anderen ende an Warners kempken schietende, mitten halven olden gewoontlicken seegtvrede voer de uthdrift ander wech. Noch hierneffens verkoft die halve Rouwe mathe, also die int Mastervelt is gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 400, fol. 39r en v

10 november 1629: Zij verkopen de helft van het resterende kwart. (id. 402 f. 62v)

3 maart 1629: Hij erkent te zijn voldaan vanwege de nalatenschap van Conne ten Borninckhave (Willinck) (id. 402 f. 15v)
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

23 juni 1636:
Herman Poelhuijs in Meddeho, Jenneken ehel., bekent voor een wanbetaelte somma geldes, rechter jaerlixer pension avergelaten und verkoft te hebben an Herman Boeinck, Jutte ehel., 15 dlr. jaerlicx op Philippi et Jacobi 14 dage daer nae onverhaelt te verschijnen, stellen daervoor t'onderpande een stuck landes omtrent van 6 schepen geseijs opten Poelhuijser Camp, tusschen Giessinck goorden und Poelhuijser landt inden kerspel Wenterswick buerschap Meddeho gelegen. Die loese een verendeel jaers tevoren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi 14 dage voer oder nae mitte summa van 300 dlr. te loesen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 409, fol. 32 r en v

31 augustus 1636: Zij kopen twee schepel roggetiende 's jaars uit Boenck (id. 409 f58)
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

11 april 1644:
Erschenen Johan Poelhuijs ende bekende wie dat hij sijnen sohn Lambert voor sijns moeders goedt bekent ende bewesen heeft huijs en hoff Poelhuijsen, so hij dat selve an sich gekoft heeft van Herman Boeinck, wonende in Huppele, landt, saet, huijs ende hof, niets daervan uthbescheiden, noch een stucke landts gelegen inden Huppeler esch, met die eene sijde langs Giessincks landt, met die ander sijde langs Rennerts landt, met eenen ende nae den Middel Esch met den anderen nae het Loe, noch een stuck landts gelegen op het Hilligen Loe, met beijde sijden tusschen Hijncks landt, met eenen ende nae die Wambraeke, met den anderen ende nae het Hanervelt, ende wat dese parcelen meer weerdich sijn als sijns moeders goet importeert, ofte sijn andere susters daervoor bekomen hebben, dat hij sulx uijt sunderlinge redene, hem daertoe moverende met voorbedachten rijpen raede vrijwillich in eene gifte onder die levendige geschonken, ende also dit voors. landt gants ende geheel aan sijnen sohn voorn. gecediert etc. etc.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 22r en v en 23 r.

12 juni 1645:
Verkoop door Herman Boeinck in Huppel, Jutte ehel., ahn haeren schoonsoon und dochter Lambert Poelhuijs, Geesken ehel., van allen grondt so sie hierbevoren van zal. Otto Volmers van het erf Poelhuijs gekoft hebben, inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe naest Herman Poelhuijs landerijen gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 60 r en v.

30 oktober 1645: Zij kopen twee stukken land onder Debbinck gehorig geweest opten groten Dulle in Corle (id. 414 f 75)
22 september 1657: Hij tekent met een merk (id. 421 f 49v)
22 september 1661: Zij testeren (registratie van de dispensatie van het testament
14 januari 1663: Zijn zoon Teunis wordt beleend met Boeinck.
Bron: Kwartieren Greidanus-Jaeger in stamreeksen 48

30 oktober 1662:
Harmen Boeijinck X Jutte hebben een accoord gemaakt met zijn voor- en nakinderen. De vier voorkinderen zullen hebben tweehonderd daalder en elk vijftig daalder voor de beesten en paarden. De vijf nakinderen zullen elk honderd daalder en vijftig daalder voor de beesten en paarden hebben. Harmen Boeijinck heeft al twee kinderen afgegoed, de zoon Berent en de dochter Geesken. De zoon Tonnis Boeijinck zal die penningen terugbetalen aan zijn vader. Zijn zuster Geesken Poelhuis sal hem daarvan ten volste voldoen of ze wordt onterfd uit dat Bulderkempken. Als Tonnis en Geesken de vader niet betalen sult die acht kinder met namen Berent en Willem en Geesken Debbinck en Henderick Anneveldijnck en Gert ten Hulsen en Johan ter Straecke en de jongste soone Berent en de dochter Stijne ten Bruggencamp alles in gelijke delen erven. Met eigen hand geschreven door Harmen Boeijinck op 22 september 1661.
Bron: ORA Bredevoort inv.nr. 423 fol. 39, 39v 
Family F741
 
25 1 juni 1643:
Erschenen Hinneken Boesinck, wed. van zal. Toebe Boesinck, ten overstaen van Gerdt ende Henrick Boesinck hare Sohnen, die bekanden in qualiteit voorschreven voor sich ende haer erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Kuleman Griete eheluiden und haeren erven, een huijs mitten goorden daerachter binnen Wenterschwick ande Nije strate tusschen Henrick Klumpers ende Gertruidt Rauwerts behuijsong gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij, voorbeholden Adrian Poppinck sijnen gewoontlicken Voerwegh achter door den Hoff. Deses gecediert ende uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 413 fol. 58, 58v 
Family F11606
 
26 1 juni 1657:
Dijrick Clanderman, Aelken eheluiden, verklaren voor een jaerlicken pension overgelaten ende verkoft te hebben ahn Adrian van Eerde ten Pleckenpoel, drie dall:, jaerlix op Meij, stellende daervoor ten onderpande haeren comparanten goorden den Beeckgoorden genant, naest Jor. Eerdens nije Mölle gelegen, met die summa van vijfftich dall: te loesen.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 420 fol. 33v

27 april 1665:
Erschenen Dierck Hoickinck woonende op Clanderman, die bekande oprechter deulijcker schult schuldich te sijn an die weduwe van zallicher Jan ten Loohuis, Beerndeken Warnshuis genoemt, die somma van 20 gulden Hollants met den interesse sedert den jaere 1660 in juni verloopen voor welcke genoemde penningen hij, comparant, sich voor sijn broeder Jan als praetendent borge heeft ingelaeten, gelaevende dieselve tusschen dit en anstaende Sint Jacob gewis en onfeilbaer te betaelen, onder verbant van sijn persoon en goederen dieselve bij faulte van misbetaelen ter parater en datelijcker executie submitterende. Sonder argelist.
Bron: Werkgroep transcriptie Winterswijk, ORA Bvt inv.nr. 126, judicieel protocol 1665 fol. 78 
Family F968
 
27 1 maart 1638:
Erschenen Tonnis Selkinck und Gert ten Medeholdt, und exhibieren een verdrach d.d. 6-9-1637 opgericht, aldus:
Op huiden geholden een verdrach tussen Gerdt Meddeholt en sijn huysfrouw ende den vader Dijrick ten Barckell ender sijde ende ander sijndes den swager Tonnyss Sellekinck ofte Veltbom wegen hor erfenisse van den goede ten Barckell so huis hof lant saedt schulden ende unschulden, also dat Gerdt Medeholt sall betaelen an het unmundige kindt getuiget van Thonnijs Sellekinck ende Trina ten Barckell geheten Gertken, de somma van 50 dlr. ende dat als het kindt tot sijnen jaren offte ten bestade commet, ende soet godt schickede dat het kindt binnen den tijt quam te sterven, sal Meddeholt den vader Tonnis Sellekinck connen betalen met de somma van 40 dlr. Ende Gerdt Mten Meddeholt sall jaerlix betalen dre dlr. intresse ten behoeve ende underholt des kinder voerbenoempt up Michaelij. Vorder is bescheiden dat Gerdt Medeholt und huijsfrouw Elske horen vader Dijrick ten Barckell sijn levenlanck in kost ende klederen underholden ende versorgen sollen. Ist oock bescheiden so Willem ten Brengenbarch wal hadde te pretendeeren, sollen beijde parthijen te gelijcke staen ende afdragen. (25-6-1652: Tonnis Sellekinck bekent dat Geert Meddeholt hem dese 40 dlr. betaelt.) 
Family F5129
 
28 1 maart 1653:
In de marge: Op 13 Juni 1660 bekande Anna Catharina Curtenius hondert Rijxdler metten Interesse van dien ten vollen ontfangen te hebben. Ergo Vacat
Erschenen Johan Woordts ende Mette Mentinck, eheluiden die bekanden voor haer ende haeren erven op huijden dato van den Eerweerdigen Heer Georgh Johan Piscator Pastor ter Borch ende Doctor Cornelis Smits respective bloet- ende gecooren Mombers van Johan Ernst ende Anna Catharina Curtenius, naegelatene Kinderen des oock Eerw. Caspari Curtenij, zalig andenckens, een summa van hondert Rijxdall. opgenomen ende wel ontfangen t'hebben, sich dienthalve gueder vollenkomener entrichtinge bedanckende, Ende gelaeffden Comparanten daermee geboerlicken Interesse tegens ses ten hondert Jaerlix ende alle Jahr op Sti. Petri hen ten tijde van die affloesse - so beijdersijtd vrij sall staen altoost een halff Jaer voor Petri te vercondigen - an handen van den Erven Thomas Cumijn ten proufite ende alimentatie vande voorss. onmondigen sonder enige cortinge t'entrichten ende præcise ende onfeilbaer te betaelen, stellende Comparanten daervoor t'onderpande haer toebehoerige Erve Woerdes goedt genoembt in desen Kerspell Wenterschwick, Bourschap Miste gelegen, om sich in onverhopentlicken vall van missbetaelinge der hooftsummen sampt Interesse van dien sonder voorgaende rechtzvorderinge via executiva realis Immissionis et Judicialis distractionis costen schadeloos te verhaelen, Alles sonder exception fraude ende argelist.
Bron: RAG, RABvt(0136) inv.nr. 418, f 54, 54v

Veneris 29. Aprilis 1653 - Stattholder Joost ter Vile Coernoten Peter Cloeck Joannes ter Woort
in de marge:vide fol. pr..(?) den 14. April ....(?)
Erschenen Johan Wissinck, Naelken Geessinck eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven voor eene wellontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Woordes, Mette Mentinck eheluijden und haeren erven, viertijndehalven dall, den dall ad dertich Str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Meij ende op Meij 1654 eerst uijt die pacht van Elsenstede te verschijnen, stellende daervoor t'onderpande gemelte Elsenstede, voort alle sijne geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, mitt peindinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loesse een Vierendeell Jaers te voren te vercondigen beijdersijts voorbeholden ende demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert een ende t'soeventich dall neffens achtijn str Gerichtzkosten te loessen , Alles bij peen van pendinge als voorss., sonder exception ende argelist.
Bron: RAG, RABvt (0136) inv.nr. 418, f. 60v

1 oktober 1698:
Jan Woords, Berent Bennink X G. Woords, Hendrik v. Eerden X Mette Woords genoemd.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

18 februari 1701:
Mette Woords weduwe Jan Woords heeft van Wessel Lutgers en Elsken Cocks 50 Daelder opgenomen op 13-12-1689. Pand: een stuck land, in gebruik gegeven, op de EeckelerEsch tussen Benninck en Woordes lant, achter op den Esch. Op heden geleent 43 Caroli gl. etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F5790
 
29 1 mei 1616:
Erschenen Johan Huijninck Aelken eheluide, und Herman Verfelde Berntken Huijninck eheluide, voer sich und mede in nhamen haerer suster Hermken Hunincks, daervoer sie wegen ratificatie deses cavierden, die bekanden voer sich, gemelte haere Suster und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, deren sie sich gueder volnkomner betalong bedanckten, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft to hebben, averlieten und verkofften in krafft deses, haerer StieffMoeder Gertken Huijnincks und haeren erven, haer alinge Andeelen, quoten, actien, toebehorongen und gerechticheiden haerer Vaderlicker naegelatener behuijsung, Schoppen, toebehoers und gerechticheit ant Boijnck velt, inden Kerspell Aelten buerschap Lintell gelegen, gestaldt sie Gertken dieselve tegenwoirdichlick int gebruick hefft. Und hebben daerop in behoeff Gertkens vorschreven und haren erven mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 389 fol. 26v 
Family F11479
 
30 1 mei 1616:
Erschenen Johan Loijkinck(?), Geesken ten Goirhuiss heluide, und sie Geesken mit Johan vorschreven als haren echten Man und hiertoe erkorenen und toegelatenen Mombaer, die bekanden voer sich und haren erven, dat haer Vader und Moeder Coip und Berntken ten Goirhuiss und respective haer broeder und schwegersche Henrick ten Goirhuiss Berntken eheluide, Ihnen van wegen hares alingen Kintzdeels, sowall Vaderlicken als Moederlicken goederen, die sie nu hebben offt kompstiglick bekomen und nalaten werden, eens voer all tot haren goeden benoegen und willen volnkomentlick und endtlick voldaen, entricht und betaelt hedden, Bedanckten sich sowall van Vader- als Moederlicken goederen und t'gene dieselven tijt hares sterffdages nalaten sullen, goeder volnkomener entrichtung und betalong. Quitierende und renuntieerende daerop mit Hant, halm und monde. In behoeff haeres broeders Henricks ten Goirhuiss Berntkens sijner huisfrouwen und harer erven hiermit und in krafft deses. Gelavende deses waerschap, beterverschrijvong und vestniss nae Landtrechte. Sionder alle exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 389 fol. 27, 27v 
Family F11484
 
31 1 mei 1616:
Johan Huijninck X Aelcken, Herman Vervelde X Berntken Huijninck, mede namens hun suster Hermcken Huijninck, verkopen aan haer stiefmoeder Gertken Huijninck hun aandeel in de behuijsing, schoppen, toebehoren und gerechtigheit ant Boynck in het kerspel Aalten buerschap Lintell gelegen.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 389 fol. 26v 
Family F11010
 
32 1 mei 1640:
Jenneken und Wessell Bouwers respective moeder und soon und hij Wessel de rato cavierende voor sijn huijsfrouw Jenneken, verkopen aan Geerdt ten Damkate Mechtelt sijnen huijsfrouwen een jaarlijkse uitgang van 10 rijksdaalders met als onderpand een telgenkamp en die Mechtelshorst in de Bouwersstede gehorich.
Bron: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1640, inv.nr. 411 fol. 69v, 70 
Family F1973
 
33 1 mei 1640:
Veneris 1 Maij 1640 -Stattholder Jan ten Berge, Cornoten Peter Cloeck Joan Wisselinck
Erschenen Jenneken und Wessel Bouwers, respective Moeder und Sohn und hij Wessel de rato cavierende voor sijn huijsfrow Jenneken die bekanden respective voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft ahn Geert ten Damkate Mechtelt sijner huijsfrouwen und haren erven, Tijn daler, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent,:, jaerlix op Meij Philippi & Jacobi toe verschijnen, stellende daervoer t' onderpande den Telgenkamp und Die Mechtelsshorst in die Bouwersstede gehorich gelegen, Voorts alle hare gereide und ongereide gueder om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, mit pendunge nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij Philippi & Jacobi viertijn dagen daernae onverhaelt mitte summa van twiehondert daler, eens offt in twie terminen jaerlix mit hondert daler. te loesen. Alles bij pone van pendongh als voorschreven. Sonder exception und argelist.
Naast deze acte op fol. 69v: Anno 1649 den 28. Julij bekande Geert ten Damkate dat Wessel Bouwers hem dese summa betaelt. Ergo Vacat.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 411 fol. 69v, 70

4 juli 1642:
Berent Jonen die Jonger, verkoopt Geert ten Damkate Mechtelt eheluide und haren erven Tijn Daler, den deler ad dertich str. den str. tot vijfftijn placken, gerekent, jaerlix op Meij, und op Meij des jaers 1643 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne gereide und ongereide goeden, te loesen met twiehondert daler.
Marge: Anno 1649 bekende Geert ten Damkate dat Berent Jonen hem dese summa affgeloest ende betaelt ergo vacat.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 23v

11 november 1648:
Sabbati 11 Novembris 1648 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Coornoten Peter Cloeck, Johan ter Woort.
Erschenen Coepe Hellekamp, die bekande voor sich, Henderick sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende und sijnen erven, voor eene welbetaelte Summa geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt sijner huijsfrouwen und haren Erven, Vijff dall:, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij und op Meij des Jaers sestijnhondert Negen und Viertich eerst te verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne gereide ende ongereide gueder, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder und kosten mit pendinge nae Landtrechte te verhalen, Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Hondert Dall. obgemelter gewerden, te loesen. Alles bij peen van pendinge als voorss. Sonder exception und argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 416 fol. 22v, 23

Veneris 13 Aprilis 1649 - Stattholder Joost ter Vile RentmrCoornoten: Peter Cloeck, Jan ter Woort
in de marge: A 1668 den 17. Januarij erschenen J. Oossinck als Schoonsoon van zal. Geert ten Damkotte ende bekande dat dese verschrijvinge ten volle betaelt sij van Behrendt(?) Weeninck, Ergo Vacat, T. Bronckhorst Landtschrijver
Erschenen Jan Schulte op Wehninck, Enneken Wehninck Eheluide, Ingesetene des Ambtes Bocholt Burhschap Bahrle, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welbetaelte Summa geldes ondergemelt, /: so tott behoeff gemelter Buhrschap Bahrle opgenomen : / rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt eheluijden und haeren erven, Sess dall., den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op St. Johan inden winter und op St. Jan Midwinter desese 1649. Jaers eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle hare gereide und ongereide goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh angewendt, mit pendinge nae Landtrechte toe verhalen, Die Loesse een Vierendeell
fol. 33 v -Jaers te voeren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae mitt die Summa van Hondert Dall. obgemelter geweerden, toe loessen. Alles bij pone van pendinge alss voorschreven Sonder Exception und argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 416, fol. 33

28 juli 1649:
Erschenen Warner Schmeinck, die bekande voor sich und sijnen erven voor eene welontfange Summa geldes ondergemelt,
rechter Jaerlixer pension avergelaten ende verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt eheluijden und haren erven, Tijn daler, den dall. ad dertich stuijver, den stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Jacobi und op Jacobi des Jaers sestijnhondert Vijfftich eerst verschijnende, stellende daervoor t'onderpande sijn Erff ende goedt Schmeinck inden Kerspel Wenterswick gelegen, voorts alle sijne goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden mit pendinge nae Landtrechte te verhalen. Die Loesse een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae op Jacobi, viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. obgemelter gewerden, te loesen. Alles bij pone van pendinge alss voorschreven, sonder exception und argelist.
Bron: RAG: Ora Bredevoort inv.nr. 416, fol. 51, 51v

22 juni 1654:
Verkoop door Geerdt ten Damkate, Mecht ehelieden, aan Dries van Eerden, Elsken ehelieden, van een cathstede die Lochte genant, in den kerspel Wenterswick bourschap Medehoe, mit eener sijdt an Boex velt, mitten ander aen coepers landt gelegen, mitt enen ende an Herbert Geerdts goorden, mitten anderen ande Slippe schietende, mitt derselven toebehoer und gerechtigheit.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 418, fol. 96r.

Geerdt en Mechtelt waren dus tot 1654 eigenaar van de Lochte. Deze boerderij was bij de verponding van 1640-1650 ook al in het bezit van "Damkaete".

Mogelijk heette Geerdt eerst Heminck, gezien de volgende aankoop van de Lochte:
5 mei 1636:
Verkoop door Johan ter Lochte, Anna ehel., item Maria und Hendersken Lochte mit Thijs ten Rowkamp und Henrick Schepers hare oems und erkooren mombars, aan Geerdt Heminck, Mechtelt ehel., van haer verkoeperen cavenstede die Lochte genant, inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe, utsschen Berckell ind Slippert woningen gelegen, voor durchschlechtig und kummervrij, uthbescheyden een stuck landes ongefehr van een schepel garsten geseys, Barckel Dierick toestendich, item den huijs thoe Bredevoert 4 stuver weiniger een oort thins und lijfdienst und der kercke to Wenterswick 6 stuver op Martini.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 409 fol. 21v 
Family F8476
 
34 1 mei 1643:
Erschenen die Ehr und Veeldoegentsame Joanna Berninck weduwe Moselagen ten overstaen des Heren Stattholders vorschreven, haeres Soons ende Mumbars, die bekande ten overstaen haers Soons vorschreven und haeren Erven, van Wessel ter Stegge Griete ter Stegge eheluiden, ontfangen te hebben sodanige hondert daler Capitael als haer Grieten olders Lammert ende Jenneken ter Stegge eheluijden, voor desen van haer Comparantinnen opgenomen ende schuldich geweest. Bedanckende hun ter Stegge voorschreven voorgemelte Summen sampt allen verstaenen Interesse goeder vollenkomener betalongh. Und also hiervan ehnige Verschrijvonge voor desen opgerichtet offt geprotocolliert sijn mochte, als bekande dat dieselve hiermede annulliert ende van giender werde sall geholden sijn und blijven. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 413 fol. 53 
Family F9610
 
35 1 mei 1686:
Derck Raesveldt recht van zekere verschrijvingen etc.
van de wed. Derck Weninck ontvangen nae wijderen desselven inholt weghen een Capitael van 144 gulden 13 st. cum interesse in 't Goot Cotman gevestight aen Cornelis Raesveldt opgedragen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

1691:
Aelbert Emminck geeft aan Cornelis Andries van Raesvelt in pand: 't Pesken bij Frerickgoet, Dorpboer, Winterswijk.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 431

19 april 1695:
Geertje Hijink wed. Berent Drommelers geassist. etc. voorts Jacob en Hendrick Boecker naegelaten kinder van voorn. Geertje Hijinck en haer eerste Eh. met Gerrit Boeckers verder nog 2 onmundige kinder nl. Abraham en Willem Becukers verkopen aan Cornelis Andries Raesvelt X Yda ten Bengevoort de Drommelerssteede in de buijrschap Miste.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort inv.nr. 432 
Family F6348
 
36 1 mei 1713:
Derl Giessink, Kotten X Lisebeth (absent) ontvangen van Sr. Abraham Havekes 1000 gl. Zijn aangelegd tot betaling van de 1000 gl. die Herm: ten Gronde aan de Heer Rentmr. van Dillen anmens de Heeren Gedeputeerde Staeten dezer Graafschap heeft voldaan die in het Erve Giesink in 16-5-1663 gevestigd waren etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F500
 
37 1 november 1615:
Erschenen Saelcke Cremer Henrick eheluiden, die bekanden voer sich und haren erven, voer eine walbetaelte Summe geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben, Everdt Venderboss Alijth eheluiden und haren erven, eene Huijsstede und Hoff, die Pannekoecken stede genant, alsoe dieselven inden Darpe Aelten tuisschen gemelten Verkoeperen Evert Venderbosses Huijss und hoff an einer, und Dingdens nu Geesken Sinnegers stede und hoff ter ander sijdt gelegen, achter anden Smitz nu Roeleff Huinincks ten Dammes Camp schietende, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong harer goeder. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 70v

29 augustus 1637:
Erschenen Alijt Wevers Weduwe van zaliger Evert Veenderbusch mit Henrick Kalwaegen haren Edomb (?) und hiertoe erkorenen und toegelatenen Mumbar, die bekande mit authoriteit hares Mumbars vorschreven, voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Doenck Willemken Huijninck eheluijden und Gerritken Huijninck weduwe zaliger Gae Nachtegall und haren erven, haer Huijss und Hoff daerachter inden Darpe Aelten, mit eener sijdt naest Henrick Grievincks grondt, mitter ander naest Koeperen grondt gelegen, mit eenen ende voer an die strate, mitten anderen oock an Koeperen grondt schietende, mit sijn toebehoer ende gerechticheit, voer doerschlechtich kummerfrij, vorbeholden gemeine beswaer. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer Verkoeperen goederen, Sonder Exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 410 fol. 40v 
Family F12756
 
38 1 november 1615:
verklaart Fenneken Huijninck wed. Johan Brethouwers dat haar man X Elsken Smits hun huis aan de Neerstraat in Aalten tusschen Evert Venderbusch huijs und hoff an eener, Dingdens nu Geesken Sinnegers stede und hoff ter ander, achter an Smits nu Roeloff Huinincks Camp schietende, de Pannenkoekenstede genaamd, hebben verkocht aan Saelcken Cremer X Henrick.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 70, 70v 
Family F10998
 
39 1 oktober 1634:
Erschenen Frederich ten Brincke Jenneken ten Borninckhave eheluijden, die bekanden voer sich und oeren erven, sodane Derdehalffhondert Daler, als Ihnen Krafft Verdragen in dato den 9. Octobris A? 1627 gecompeteert, van haren Swager Derick Tangenhorst, Schulte ten Borninckhave, Lotte sijner huijsfrouwen volnkomentlick und thoe dancke ontfangen te hebben, Bedanckten sich derselver goeder betalung, Quitierende daerop in krafft deses, sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 1634 fol. 46v, transcriptie Henk Ruessink

22 mei 1639:
Berndt ten Borninckhave Henrick eheluide bekennen vanwege het versterf van hun dochter Jenneken gewezen huisvrouw van Frerick ten Brincke voldaan te zijn door Wessel ten Brincke, zal. Frericks broeder.
Bron: ORA Bredevoort, volontaire protocollen 1639, inv.nr. 411 fol. 27v 
Family F9558
 
40 1 oktober 1645:
Erschenen Heijle Udinck weduwe Rabelincks met haer Soon Gerrit Rabelinck, als in desen haren Mombar, Voorts Johan ter Woort voor sich, cavierende voor sijn huijsfrouwe Gertruidt Bolandt, und Evert Storm in nahmen sijner Moeder Marrie Stormbs, die bekanden in qualiteit voorschreven, voor sich und haren sembtlicken erven, voor eene walbetaelte Summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Herman Huninck Agnes Smit eheluiden und haren erven, het huijs ende Hoff van zal. Jan van Souren, inden Dorpe Aelten, allergestalt gemelte Souren t'selve bewoont, mit eener sijdt ande strate tegen Windemollers huijs, mitter ander an Jan Grievincks hoff gelegen, mit eenen ende tegen Jan Kannenborgs huijs und Arent Bouwhuijsens behuisinge, mitten anderen tegen Jan ten Hietbrincks huijs schietende, mit desselven toebehoer und gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden den Hoff ten Nave daeruht Jaerlix twintich Claesskens thins, Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 414 fol. 71

10 april 1649:
Jan ter Woort, Gertruidt Bolandt ehelieden, hebben avergelaten en verkoft aan Aelken Gevers, wed.Abbink, en haere erven, sodane stedigheid van eenen halven rijder off 24 stuyver als haer jaerlix uht den erf unde goede Aleffs goedt genant, inden kerspel Wenterswick, buhrschap Medehoe, is competeerende en toebehoerende geweest.
Bron: Luiting (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 416 fol. 31v, 32

3 juli 1662:
Erschenen Geertruit Bolants Weduwe van zal. Jan ter Woort met Rudolphus Weddinck Dr. harer hier toe erkoorenen mombaer die saementlijcke erfgenamen van wijlen Adriaen Poppinck als Henrick Poppinck, Derck Poppinck ende Lucas Schalen der rechten licentiaet, voorts Rotger Poelhuis ende Lambert Tra als geauthoriseerde Coergenooten in plaetse van Evert Storms ende Heine Cuilmans altsamen als respective erfgenamen van zal. Jan ter Woort bekanden in hare voors. qualite voor haer, haere huisvrouwen ende erven, voor eene welbetaelde summa van penningen, so altsamen tot betalinge van die creditoren van zal. Jan ter Woort sijn angewent, an Geertien Strobant weduwe van zal. Henrick Walien verkoft ende overgelaten t hebben, 't huis van zal. Jan ter Woort in Wenterswijck tusschen Huisincks ende Poppincks huis staende met den hoff daer achter langes Huisincks huis ende plaetse ende Poppincks hoff gelegen gelijck `t selve Jan ter Woort gehadt ende beseten heeft voor alodiael kommervrij, uitgesondert 14 str thiens jaerlijckx an Jr. Adriaen van Eerde ten Pleckenpoel, ende hebben 't selve huis metten hoff gecediert ende opgedragen, ende daerop mett hant, halm ende monde vertegen, waer ende waerschap belooft ende in haer qualiteit in cas van evictie turbel, ofte indracht tot speciael onderpant gestelt die goederen Sickinck ende Straecke om sich daer an voor allen hinder ende schade met parate executie ende distractie te verhalen, voorts generaliter hare respective gerede ende ongerede goederen waer ende op wat plaets deselve gelegen mochten sijn, ende hebben daer beneffens verner ende beter verschrijvinge ende erfvestenis belaeft na Landtrechte. Sonder bedroch ende argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 423 fol. 25v, 26 
Family F13460
 
41 1 post Trinit. Family F3251
 
42 1 september 1645:
Hillebrandt Hinckamp X Aelcken Wicharts, zijn zoon Wessel ten Hinckamp X Deve Warnsinck zijn beide getrouwd met een vrije vrouw.
Bron: J.B. te Voortwis: Winterswijk onder het vergrootglas, deel 2. 
Family F11514
 
43 1 september 1662:
Erscheenen Herman Martens Geerdtjen Ehluijde, die bekanden voor haer ende haeren Erven, voorbedachtlick en met consent Gerdt ten Hondtdarps ende Caspar Evers als
Fol. 32 v - Mombaeren der onmundigen kinderen bij voorn. Vercooper Herman Martens, Fijcken Hondtdarp zal. Ehluijden zal. geprocreert ende naegelaeten voor eene welbetaelde summa geldes rechtes steden ende onwederroeplicken erffcoops overgelaeten ende vercofft te hebben aen Jan Martens, Trijne Ehluijden ende haeren Erven, haeren vercooperen gerechte dardendeel des goets Nijenhuis int Kerspel Aelten, buirschap Daelen gelegen, waervan het twiede dardendeel hem Cooper selffs toestendigh, ende hij oock den dardenpart van het gerechte darde dardendeel van Abraham Peters door vercoop sich geapproprieert heefft vor allodiael ende kummervrij, uijtgesondert jaerlix een molder rogges, soo uijt het geheelen goet gaet ende cooper darvan sijn quota dragen sall ende voorders gemeijn Landts beswaer. Deeses in maeten voors. gecediert ende uijtgegaen, darop mit handt, halm ende monde, soo vercooperen Herman Martens als Mombaeren voors. vertegen, gelaevende voor haer ende in qualiteijt voors. deesen coop te willen wachten ende wahren, als men sulx te doen schuldigh, bij hijpotecatie haerer goederen, om in cas van onverhoopte evictie sich genoegsam hijran te verhaelen, Sonder argelist.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 423 fol. 32, 32v 
Family F12457
 
44 1 september 1681:
Jan Wamelinck en sijn suster Aeltjen Wamelinck uit Vrageren op belijdenis van hun geloof aangenomen als lidmaten van de kerk te Lichtenvoorde. 
Wamelink, Jan (I5694)
 
45 10 augustus 1705:
Hendrick ten Heetbrinck met zijn kinderen:
Ceupe Cappers x Geude Heetbrinck
Abraham van Ysendoorn x Catharina Heetbrinck
Jan Cannenborgh x Gerritjen Heetbrinck
Elsken Heetbrinck bijsamt als Lenders voor haar absente resp. soonen ende broeders Hermen ende Thomas Heetbrinck. de rato caverende het reght van vrijwillighe overgifte verkreghen hebbende op ende aan de goederen van wijlen Wilhelm Waljen Garritsen. Voorts erschenen Margaretha Heetbrinck wed. Wilh. Waljen Garrits en haar kinderen Jan en Gerrit Jan. Zij hebben dit recht in erfkoop gegeven aan Jan ten Dondergoor.
Een stuck gaarden landt gelegen bij Winterswijk omtrent Theube Beusincks huijs, tusschen Joost Tra ende Frederick ten Voortwijs gaarden landt kennelijck gelegen, gelijck gemelten Dondergoor die selve tegenwoordigh in gebruick heeft. etc.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F505
 
46 10 december 1644:
Verkoop door Gert Besselinck, Hermken Kamphuis ehel., ahn Jan Camphuijs, Griete ehel., haren resp. broeder ende swagersch, van haer verkoperen kindts gedeelte van het erve ende goedt Camphuis in den kerspel Wenterswick, buhrschap Medehoe gelegen, ende haer toegedeelt, nameltick eenen kamp landes den Dingmaets camp genant, schietende mit den eenen einde an Dunnewolts Maet, mitten anderen einde ande Grolschen Voetpat, als oock mede haer verkoperen quota van die Dinghmaets Mate, an vorgmlt. kampangrensende, mit noch omtrent een molder geseijs mit die heggen an beijden eijnden daeran schietende, opden Camphuijs esch gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 414, fol. 41r en v 
Family F4953
 
47 10 december 1663:
Erschenen Gerherdt S. Van Hengel der rechten Dr. die bekande naemens Dries Meisters ende Geertken Rotgers Ehl. in gevolge opgerichtede accoorts den 1. Octobris 1661, tegens ontfanck van die resterende laeste kooppenningen, kracht substitutie in dato den .... (opengelaten) door Johannen Rauwerts Juniorem alhier geschiet, uit kracht van die clausule daer bij angetoogen, ende bij desen Edl. Gerichte geagnosceert ende hier mede overgegeven wordt, rechtes steden ende onwederroeplijcken erfkoops overgelaeten ende verkoft 't hebben gelijck hij doet kracht deses an Geertt Meisters ende Gerdtken Mullers Ehl. haere voornoemde constituanten quote an den naelatenschap van haer zal. respective Vaeder ende Schoonvaeder Dries Meister genoemt Baelinck alles in gevolge voornoemde accoorts, waer bij oock wel expresselijck bedongen, dat indien Dries ende Geertt Meister(s) Broeder, Jan Meister geheten, off eenige erven van hem sich mochten angeven wegens Dries Baelinck versterff, dat in sulcken val den verCooper Dries Meister an sijnen Broeder den Cessionaris Geertt Meister sal uitkeren die summa van hondert gls., ende alsdan van die prætensie ontlastet zijn, alles na wijderen inholt des opgerichteden voornoemde accoorts, Deses in maeten voorschreven gecedeert ende uitgegaen, daer op heeft gemelte constitutus nomine principalis met hant ende monde vertegen, stellende gemelte cedent Ehluiden tot observants van den contract van hondert gls. als vooren tot een speciael hijpoteecq haer behuisinge tot Zutphen in de Barlheese tusschen die Gesthuiser ende Jan Campers huisen gelegen, om haer daer an kost ende schadeloos te verhaelen, volgens acte van verbant, soo alhier gepasseert onder hant Secretarij op ten Noorth ad majorem securitatem wordt overgegeven, sine fraude ac dolo.
Bron: Franciska Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 424 fol. 59v 
Family F12443
 
48 10 december 1674:
Geert Heminck X Willemken Boeijinck? aen sijn swager Derck Boeijink en Berentje sijn huijsvrouw en Erven etc. onderpand land onder het Goet Heminck in Huppel.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort 
Family F7962
 
49 10 februari 1626:
Erschenen der Edell und Erntvester Johan Herdinck In nhamen und als Volmechtiger des Edlen Erntfeste und Manhafften Arnoldten van Linteloe Kaijserlichen Majestäts over een Compagnie thoe Peerde bestalten Luitenantz daervan genoechsame Volmacht voer heeren Richter und Burgemeister der Stadt Bocholdt under gemeltes Richters und der Stadt ingesegelen, sambt Gerichtschrijvers Theodor Raessfeldts hant, In dato den dertichste Maij, Anno Sesstienhondert Vijffundtwintich voerbracht, die bekande in nhamen gedachts sijnes Principalen und dessen Erven, voer eene walbetaelte Somma geldes deren Volmechtiger vorschreven sich goeder volnkomner betalong bedanckte, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft thoehebben Saelcken Locken Stijntken Schaers eheluiden und Johan te Bockell Luiten eheluiden und haren erven, eenen Kamp, den Kijffkamp genant, und eenen daertoegehorigen Gaerden, gestaldt die Kamp inden Kerspell Aelten, buerschap Barle, ommeher int Kommervelt, tegen Warnsinck unnd Benninck, -die Gaerden averst In gemelte buerschap mit einer sijdt an Buckeler Leempasch, mitter ander sijdt und eenen ende oick ant Kommervelt gelegen, mitten anderen ende anden Kercken goirden, so Lubbert Baten Int gebruick hefft schietende - Item ein stuck Landes ongefehr van eenhalff Molder geseijs opten Aelter Esch, mit eener sijdt neffens Jan Veldekens Landt, mitter ander sijdt anden Cruisswech nae Eppinck schietende, gelegen, mit eenen ende anden Barlschen wech, mitter andern ende an Boessincks landt schietende, alle met derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich kommerfrij, uthgesondert Heeren dienst und Landess schattongh. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvungh und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Principalen goederen. Sonder Inrede und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie) ORA Bvt inv.nr. 399 fol. 10v-11v

19 maart 1629:
Erschenen Johan te Bockel Luijke eheluide, Berndt Goermans voer sich und als Vader und Mombar sijner bij zaligen Metten thoe Bockell ehelich getuigten Kinderen, Herman Oinck Geesken te Bockell eheluide und Elssken te Bockell mit Jan te Bockell vorschreven haren tot deser saecken erkoren und toegelaten Mombar, und sie Johan te Bockell und Herman Oinck /: neffens Bernt Goermanss :/ voer desselven Kinder cavierende, die bekanden voer sich respective gemelten Kinderen und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft tho hebben an Derick te Bockell Jenneken Knippenborch eheluijden und haren erven, hare verkoperen, respective quoten und Andeelen, als nemptlick ider den gerechten Vijfftendeell der Halven Goirmans steden, daervan Koeperen die ande Helfft neffens een Vijfftendeel toestendich. Getaldt die geheele stede inden Kerspel Aelten, Buerschap Barle, ant Barler Goor tusschen Luiten guedt und Hoens steedtken in sijner verner vohr und palung gelegen, mit derselven alingen toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kommerfrij, Uthbescheijden den Huijse thoe Bredeforth gewoontlicken Hoender, item vierdenhalven stuver uth een stuck uth Kempinck dienstgelt, vierdenhalven stuver angeggraven landtgelt, und den Pastor t'Aelten uth dat stuck op Kempinck een halff schepel Roggen /: allet uth het geheele guedt : / Jaerlicx. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh harer respective goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 402 fol. 22-22v

15 maart 1630:
Erschenen Wessel Bathen Aelcken eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, Johan thoe Bockell Luijken eheluijden und haren erven, hare Verkoperen alinge recht und gerechticheit an die Baten stede, gestaldt sijne Wessels olderen voer, und sie eheluijde nae in besit und gebruick gehadt, Inden Kerspell Aelten, buerschap Dale, mit eener sijdt ant Kommersvelt gelegen, mit een ende an Bockeler Leempass, mitten anderen ende oick an de gemeinte schietende, daervan die Eijgendom der Kercke t'Aelten toestendich, und koepere allen gewoontlicken dienst und beschweer daeruth verschijnende dragen, oick der Kercke hare Pacht gemelts gerechticheit entrichten sullen. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong harer goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 403 fol. 21v

7 mei 1643:
Erschenen Wessel Bathen Aelcken eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben an Johan te Bockell Luijken eheluijden und haren erven, eenen Kamp Landes ongefehr van Drie Schepelssaet, alsoe die inden Kerspell Aelten Buerschap Dalen mit eener sijdt an Benninck, mitter ander sijdt ant Kommerss Velt gelegen, mit eenen ende anden Lijckwech, mitten anderen ende an Wansinck Hecke schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer Kommerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh harer gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 403 fol. 62-62v 
Family F5287
 
50 10 februari 1707:
Aeltjen Meijnen met zoon Johan Meijnen en onmondige kinderen Geesken en Gerrit. Hendrik Doenck x Geesken Meijster. Jan Woestman x Enneken Doenck, dragen op aan Berend Rennerdinck x Geertje ter Straecke een stuk land en plaggenvrede op het hilgenloe Bourschap Huppel, kerspel Wenterswijck.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

13 april 1715:
Marta Laerberg wed. van Louwijs van Eerden heeft voor 3.600 Gl. aen Berent Rennert en Geertien sijn huisvrouw verkocht haer en des boedels regt tot de halfscheit van het Erve ofte goet Rennerdink, Huppel. en bij de koperen selfs bewoont wort. zoals zij het heffen Lubbert Hesselink etc. gekocht heeft van Joost Vincent van Asbeek. 2.12.1712.
Bron: Das Liberale Gifte Huppel nr. 12 
Family F2665
 

      1 2 3 4 5 ... 92» Next»