Harmina Maas

Harmina married Marten Huinink 09 Sep 1770, Winterswijk. Marten (son of Jan Huinink and Janna van Casterop) was christened 25 Jan 1741, Winterswijk; died 12 Jan 1822, Winterswijk. [Group Sheet]

1. Aaltjen te Vrugt was christened 01 Dec 1771, Winterswijk.

Other Events:

• : soldaat onder de Cie. v.d. Heer Col. Rumph, in Guarn. te Bredevoort

Jan — Aaltje Meerdink. Aaltje (daughter of Geert Meerdink and Elske Bennekinck) was christened 15 Jan 1710, Winterswijk. [Group Sheet]

Harmen — Aaltje Lijsenbus. Aaltje (daughter of Berent Lijsenbus) was born , Rekken. [Group Sheet]

Other Events:

• : Broekmeule (Miste)

Geert — Elske Bennekinck. Elske (daughter of Derck Bennekinck) was buried 21 Apr 1719, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

1699:
Geert Meerdinck wegens bierens schuldig aan Jacob van Graes f44,- 2 1/2 st.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Other Events:

• : tegeder, genoemd 1663-1683

Notes:

Derck heeft 25 Daelder aan de Winterswijkse armen gegeven. Meerdink geeft een ton bier voor het schuttersfeest in 1679.

Derck married Armgartt Ubbijnck Abt 1634. Armgartt was born Abt 1610; died Abt 1675. [Group Sheet]

Notes:

Mercurij 10 Februarij 1641 - Drost und Richter Willem van Harsolte, Cornoten Franciscus Moselage, Johan ten Berge, Peter Cloeck.
Erschenen die Ernvest und Hoochgelerte Matthias Raesfeldt dero Rechten Doctor, In nahmen und als Volmachtiger des Hooch und Wolgebornen Graven und Heeren Heren Diedericken Graven van Bronckhorst zu Anholdt, Freiherr van Batenborch zu Mijlendonck, Bahr und Lathum, Heer zu Meiderich, Bannerher des furstendombs Gelre und Graeffschafft Zutphen, daervan genoechsame speciale Volmacht onder sijn Grafflicken Genaden hant und Segell in dato den sestijnden februarij stili novi deses Sestijnhondert Een und Viertichsten Jaers voorbracht und geexhibiert, die bekande in nahmen sijner Graffl. Genaden. und sijner Genaden Erven und naekomelingen, Demnae tusschen sijn Graven in der Baurschafft Wolt Ampt Bredevoort Kerspelss Wenterschwick gelegene Landerien sekeren kamp landes den Schotbrinck genant etwa permutation ende Verwesselinge te holden, in Maten dan sulcke permutation Anno Sestijnhondert Negen und Dertich door sijn Edelen Drosten Henrick van Hoen furderlichst eingerichtet, unnd daerop gegen gemelter kamp den Schotbrinck, so sijn Gnediger Heer Principaell mit daerop staende holtgewass ten deijle gefallen und Principaell selver naderhandt
fol. 11 v -in ogenschijn genohmen, oock daermit eenen goede frieden gehabt und nochmalen ratificeren dede, Als hefft Volmachtiger In Nahmen sijner Gnediger Heeren hiedtgrondt int minste te hebben offt verdedigen :/ tegen permutation unnd verwisselinge des Schotbrincks und daerop staende holtgewass erfflick ende onwederroeplick gecediert transportiert ende opgedragen. Daerop mit hant halm und monde gerenuntiert und vertegen, desselven wahrschap ende indien noedich oock verner ende beter verschrijvongh und vestnis te præstiren gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Comparants Gnediger Heren Principalen goederen, so voell in desen van noeden. Sonder exception und argelist.

Frijheer van Batenborch tott Mijlendonck, Bahr und Lathum, Her zu Meiderich, Bannerheer des furstendombs Gelder und Graeffschaps Zutphen, und Comparanten wegen sekeren kamp landes den Schotbrinck genant sampt daerop staende holtgewass inden Ampte Bredevoort Kerspell Wenterschwick Buhrschap Wolte in und tusschen sijn Graffl. Genaden. Landerien gelegen ende Comparanten toebehoerende gewesen tegen een stuck hiedtlandts , sijn Graffl. Genaden toebehoerich gewesen an haer Comparanten Landerien gelegen, Anno 1639 door sijne Graffl. Genaden Drosten Henrick van Hoen een permutation ende verwisselinge eingerichtet und geholden worden, Oock naederhandt sijn Graffl. Genaden sulcke permutation der voorschreven Landerien
gemelten Kamp den Schotbrinck genant sampt daerop staende holtgewass und toebehoer, tegen voorgemelte permutierte stuck hiedtgrondes Sijn Graffl. Ed. Diederik Graeff van Bronckhorst tott Anholdt und sijn erven, bester gestalt aller Rechten erfflick ewich und onwederroeplick gecediert, transportiert und opgedragen, oopck daerop mit hant halm und monde gerenuntiert und vertegen, voorts wahrschap ende indien noedich oock verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh aller harer Comparanten goederen. Sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 412 fol. 11


Anno .... heeft den Ouden Meerdinck uit Woold den armen gegeven, ende staen desselvs sone cum? interesse voldaen te moeten werden Captl: daeld: 25:.
Hierop heeft Lutgen Cossinck hier tot mijnen huise d. 19 Novemb. 1684 afgelegt guld:24:-10.
Rest also op het Capitl. guld:13:
die Lutgen Cossinck met den interesse van soveele jaeren dat dese gifte van sijn vader gedaen, noch resteeren te betaelen aen den aemen. Hierop Joost Trae ontfangen fl:3:15. Dit is gequiteert.
Van die voorts 24 gl.10st. sijn volgens resolutie des kerckenraets gegeven tot opbouw der kercke tot Bronckhorst d. 11 April 1684 fl.5:-:-
Noch aen de Oude voogdin Bronckhorst tot Stadtloe in haeren noot den selven dato als boven fl:-:10:-.
Noch aen Metta Heeurninck na dat van provisoor en Diaconen 2 rijckdll. gegeven, sijn daerbij nae gedane collecte tegens Jacobi sal wedergeven fl:5:-:-.

2 juni 1641:
Derck Mierdinck en sijn huijsfrouw Armgart verklaart dat Armgart vrij was en hofhorig is geworden aan de hof Bredevoort, en dat hij de boerderij Mierdinck van zijn vader heeft aangenomen en met de rentmeester in der tijdt Ludolph ter Vile overeengekomen is dat sij Armgart in haar plaats twee vrije kinderen en hij Derick een vrij kind mag benoemen. Dat wil hij laten vastleggen.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

Hofboek Miste:
In den naeme der Heijlige drievuldigheijt Amen

Ick Derck Mierdinck Hofftegeder van den Hoff thoe miste, sorterende onder ende gehorende tot den Ampthuijse Bredevoort, verkonde ende betuge mits desen, dat ick hebbende mij te gemoete gevoert ende betragt, mijnrn ouderdom ende denvolgens de broosheijt ende de swackheijt der natuijre daer uijtt spruijtende, oock den daerop, ter tijdt be de Almachtich beslooten, te volgen staande dootlicken afscheit, uijt sonderlijcken mij daertoe beweegende, redenerende motiven, ehlicke affectie, ende voor ontvangene goegd ende getrouwe diensten in mijnen ouderdoms, bester ende bestendigster Hoff ende landt: regtens huisterwijse hebben vermaackt ende gelegateert, gelijck ick in daerwege vermaecke ende legateere kraft. deser an mijne tegenwoordige Huijsfrouw Aeltjen Smeenck het huijs bij mij op den Hoffgoede Mierdinck getimmert, ende tegenwoordigh wordende bewoont met de vrugten van de fruijt offte appel ende peerboomen bij mij om t' voorseijde huijs gepootet ende geplant, als oock die halfscheit, offte tot aen ende met de midden hegge van een kamp genoemt den Haeckencamp, naest Haeckmanscamp geleegen, met de Heggen van beijde sijnden des campes, neffens den plaggenvrede daar toe gehoorende, van gelijcken oock die eijckelen soo van 't holtgevende, staande op den voors. tughthuise gelegateerden gront, sullen koomen te

Bron: Das aantekeningen oud diaconieboekje, hofboek Bredevoort

Martis 31 Augusti 1658 - Stattholder Joost ter Vile. Coernoten Peter Cloeck Willem Hertlieff
Erschenen Derck Schulte Mijrdinck Armgardt eheluijde, die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Gerrit Schulte Roerdinck Theodora sijn huijsfrow ende haeren erven, een Maet off Weijde inden Kerspell Wenterswick Buerschap Wolt mit beijden sijden an Konings ende Bloemers gronden gelegen, mitt eenen ende an Bovelts maete, mitten anderen an Hijincks Boss schietende, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheijden gemeijne Heeren beswaer, Deses erfflick gecediert ende uhtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.
Bron: RAG: RABvt (0136) inv.nr. 420 f. 109v