Elisabeth Giessink

Elisabeth married Harmen Roskamp 11 Aug 1765, Winterswijk. Harmen (son of Berent Roskamp and Aaltje Geerdes) was christened 25 Jul 1728, Winterswijk; died 23 Oct 1779, Winterswijk; was buried 26 Oct 1779, Winterswijk. [Group Sheet]

1. Berent Geerdes was christened 12 Apr 1767, Winterswijk.

Notes:

Christened:
Hij werd na het overlijden van zijn vader gedoopt.

Koene — Janna Christina Giesink. Janna (daughter of Derk Geessink and Lijsabijtt Rennerdinck) was christened 25 Jan 1711, Winterswijk; was buried (24?-5-1775), Winterswijk. [Group Sheet]

Coene — Maria Boevelink. Maria (daughter of Jan Geessink and Alken Bovelink) was born Abt 1665. [Group Sheet]

Notes:

Op 18 april 1704, twee dagen voor zij in ondertrouw gaat, laat Maria te Boevelt een inventaris opmaken van de bezittingen van haar overleden man, Coene Esselinck. Aan ongerede goederen bezaten zij het erve en goed Esselinck in het Woold, horig aan het Stift Vreden, en "eenen Camp den Gesink Haar benoemt, ongeveer thijn Scepels geseij".
Dan volgt een beschrijving van de gereede goederen, en schulden. Bij de schuldeisers bevindt zich ook de toekomstige man van Maria te Boevelt: Willem ten Gronde.
Bron: RAG: RABvt (0136) inv.nr. 548

Notes:

Op dezelfde dag trouwt zijn zus met haar broer.

Derk — Lijsabijtt Rennerdinck. Lijsabijtt (daughter of Berent Reessink and Elsken Rennerdink) was christened 09 Apr 1682, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

1 mei 1713:
Derl Giessink, Kotten X Lisebeth (absent) ontvangen van Sr. Abraham Havekes 1000 gl. Zijn aangelegd tot betaling van de 1000 gl. die Herm: ten Gronde aan de Heer Rentmr. van Dillen anmens de Heeren Gedeputeerde Staeten dezer Graafschap heeft voldaan die in het Erve Giesink in 16-5-1663 gevestigd waren etc.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Jan married Alken Bovelink Bef 1662. Alken was born Abt 1640; died Aft 1721. [Group Sheet]

Notes:

In 1721 is Aeltjen te Boevelt, weduwe van Willem te Bovelt aanwezig op de hofdag te Miste. Er vindt een transport plaats van het Hoffgoet Bovelt aan hun outste soon Derck.

Notes:

In 1680 en 1681 staan in het hofboek vermeld: Willem te Bovelt en Aeltjen ux.
In 1684 is Wm. te Bovelt absent. In 1685 is hij weer present. In 1705 staat er in het hofboek: Willem te Bovelt obijt hebbende de weduwe met den Heer afdragt gemaackt uxor in loco.
In 1712 en 1713 is de weduwe Bovelt aanwezig.
In 1721 staat er vermeld: De wed Bovelt heeft het hoffgoed overgegeven aan haar kleinzoon Derck. Aeltjen te Boevelt wed Willem te Bovelt transport aan hun outste soons soon Derck (Warner Bovelt soon van Aeltje), Hoffgoet Bovelt.

Bron: Das aantekeningen hofboek Bredevoort

Herbert — Enneken Esselinck. Enneken was born Abt 1650. [Group Sheet]

Notes:

1696:
Enneken Esselinck X Herbert Giesinck
Hun zoon Derk Giesinck is schuldig aan J. Wassenbergh X Maria Meijs f 1126,- en 4 stuivers.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

27 april 1702:
Harbert Geesinck X Enneken Esselinck beloven de Landschapschrijver W.H? van Couwendael en sijn bedienden de Advoaten Weddinck en Spencker het voorschot te betalen en jura.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort

Berent — Elsken Rennerdink. Elsken (daughter of Berent Rennerdink and Berentje te Cortschotten) was born Abt 1644. [Group Sheet]

Notes:

25 oktober 1666:
Verkoop door Wilh. Schutte, MArgareta Abbinck ehell., an Berent Resinck, Elsken ehell., van verkooperen gerechte vijfde part van Schulte Huppels goet, soo sij tegenwoordich in 't gebruijck hebben, met alle daer toe olde ende nieuwe gehoorende gerechte.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 425a, fol. 78r

19 december 1670:
Geert Heeminck en huysfr. bekennen in pandtschap gedaen te hebben an Berent Rennerdinck en huysfr. een stuk lants, Poelhuis Bree gnt, in den Huppeler Esch gelegen, schietende met een einde an Hijnckkamp, met den andren an Boeinck lant, om 't selve met stroo vrij en sonder eenig beswaer afte trecken.
N.B. Op fol. 42r dezelfde inschrijving, waarin 'Berent Rennerdinck' is doorgehaald en vervangen door 'Jan ten Bengevoort'. Overigens staat in de kant van deze inschrijving een aantekening d.d. 16-5-1767 volgens welke berent Rennerdinck, voor sijn huijsfr. de rato caverende bekende van dese somma voldaen en betaelt te sijn.
Bron: Luiting, RAG RABvt inv.nr. 472, fol. 79r.

17 Sept:1693 artikel 1:
Heeft Jan Albesloe bekent gemaeckt, dat Berent Rennerdinck in Huppelt den armen gegeven 6 ymen en aen gelt 1 gl:5. de ymen vercocht voor 30 guld: Waervan 25:guld: sullen blyven op interesse staen, tot de aflose, het resteerende sullen de Diaconen uytdeylen.
Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Das aantekeningen kerkenraadsnotulen Hervormde gemeente Winterswijk

1 juli 1680:
Dr. Hengel volmr. van Geerdt ten Poelhuijs contra Abraham Peters, overgeeft seeckere coopcedule ende quitantie van betaelinge gedateert den 17-1-1678, waerbij gemelte Abraham Peters verkoft ende overgegeven heeft 2 schepel gesaeij busch grondt in den busch van Schulte van Huppel geleegen. Vermiste nu comparants principael daervan door eenen Berent Rennerdink ende Jan ten Hagen als pandthouderen wordt uijtgehoort en de verkoper dus niet naar rechte heeft gepresteerd, soo eist comparant dat die gedaeghde het verkoffte aen den impetrant vrij ende onbekommert sal hebben te leeveren.
Bron: Luiting, RABvt inv.nr. 141, fol. 147v

17 februari 1681:
Verkoop door Lijsabeth ten Cortschot, wed. van zal. Abraham Peters, geassisteert met Jan ten Bengevoort als haeren hiertoe erkorenen mombaer, ende de rato caveerende voor desselfsstieff ende rechte soon, met naemen Abraham ende Antonie Peters, aen Berent Rennerdinck en Elsken sijn huijsvrouw, ende Jan Schulten genaemt te Hagen, van haer eijgen doemlick stucke landes die Penninckbre genaemt, geleegen in de bourschap Meddehoe, met de eene zijde langes Simmels Penninckbre, met d'andere sijdt langes het Kip?, met d'eene eijnde aen de Varckens weijde ende met den anderen aen Pulhuijs landt schietende, soo ende als het voor desen van Schulte Huppels goedt is affgedeelt, ende geen meerder plaggenvree als in 't Velt daertoe hoorende.
Bron: Luiting, RABvt inv.nr. 426, fol. 125v en 126r