Achterhoek Ancestors

Berent Loijkinck

Male Abt 1611 - 1681  (~ 70 years)


Personal Information    |    Notes    |    Sources    |    Event Map    |    All    |    PDF

  • Name Berent Loijkinck 
    Born Abt 1611 
    Gender Male 
    Died 1681 
    • In januari 1681 verschijnt Berent nog voor het Bredevoortse gerecht, in maart wordt gesproken over zijn weduwe.
    Person ID I510  Population of Aalten, Bredevoort, Dinxperlo and Winterswijk
    Last Modified 8 May 1997 

    Father Harmen Loijkinck,   b. Abt 1570,   d. Abt 1637  (Age ~ 67 years) 
    Mother Geertgen Schilderinck 
    Notes 
    • 20 september 1613:
      Questie ontstaan tussen Herman Loijckinck eins, und sijner syster Elsken Loyckinck, huisfr. van Reinern Crommerbeens anderdeels, wegen des huises tegenwoordich opt guet Loyckinck staende, sampt daertoe gehoerenden bosch, hoff und gairden. Nu is verdragen dat van t'huijs drie gebunt affgenomen, daertoe enen nieuwe gebont, alles op beijdersijdts kosten getimmert, opten hoff geset und opgebouwet werden und Herman van beijden den koer hebben sall om te bewohnen. Den hoff, bosch und goirden sullen un twie gelijcke deelen worden gestelt, und het lot daerover gelegt werden. Voorts sullen beijde parthien off haer bowluide alle beswaer und lasten van heeren dienst, schattong, richthaver, een schepell roggen voor den pastoir und koster, die garve voer den voogt, hondegelt und vastelavents hoen, half und half dragen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 75, fol. 225v en 226r

      1 mei 1615:
      Elsken Loijckinck, hiujsfrou van Reinern Krummerbeens, is 100 dll. schuldig vermoege verdrages d.d. 14-5-1613 an Fredrick van Basten und die erfgenamen Henrick Schoemekers. Herman Loijckinck is 125 dll. schuldig kraft recesses d.d. 31-5-1613 an Maria Poelhuis. Herman Loyckinck bekent nu dat sijn suster Elsken Loijckinck heeft angenomen de 100 dll. voor hem aan Maria Poelhuis te betalen en wil ook de resterende 25 dll. voor hem betalen. Herman Loyckinck belooft nu de schuld van Elsken aan Fredrick van Basten und Schoemakers erfgen. overtenemen en sich over de restierende 25 dll. met Elsken toe vergelijcken.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 388, fol. 21r en v

      9 mei 1615:
      Reiner Crommerbeen, Elsken Loyckinck ehel., und Herman Loykincks (broer van Elsken) leggen twee verdragszedelle over, t.w. 1. d.d. 25-9-1613 betr. erflatinge und deilinge tussen Herman und Elsken met haar man, hierin een uitvoerige omschrijving van de verdeling, waarbij Herman Loijckinck sall beholden die zaalplatze, daer dat huijs steit met den gantzen ommeloept.
      2. d.d. 8-5-1615 tussen Herman und Elsken met haar man betr. de verrekening van diverse schulden, hieruit blijkt dat het magescheit tussen partijen is opgericht d.d. 14-5-1613, de hiervoor genoemde schult aan Maria Poelhuis komt hier ook ter sprake, tenslotte is voraffscheidet dat einige fernere schulden, staende up diverse parcelen, oder averst up het hantze gutt Loyckinck, so bij tijden Kerstien Loyckincks, Aelken sijn huysfrouw gemaeckt, sowell an sijnden Herman Loyckincks als Reiner Krummerbeens t'gelijck sollen gedragen worden.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 388, fol. 23r t.m. 26r

      16 december 1624:
      Herman Loykinck als gildemr. der buerschap Meddehoe, bekent voor sich und der gemeiner buer van Meddehoe, tot gemeiner buer noottruft und betalong derselven pension an Maria van Basten wed. zal. Henrick Onnekincks angewendt, verkocht te hebben aan Lamberts ter Stoltenborch, Herman sijn huijsfrouw, een hoecxken veltgrondts vander gemeinte inden kerspel Wenterswick buerschap Meddeho ant Hasenfelt, tusschen Roerts Huffeler und Stoltenborchs goirden gelegen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 397, fol. 58r.

      8 juli 1626: Herman Grievinck Thonijssoon bekent voor sich und Aelken sijner huisfrouw, voer genoechsame erstadong und recompens angenomen und gelaeft toe hebben, an statt und van wegen sijns Hermans olderen naebenoembde schulde te betalen, als an Herman Loijckinck als schatboerer van verstane contributie 56 dlr., anden voogt Moselage oick van contributie und schattung 33 car.gulden. anden heere drost verstaen dienstgelt 30 dlr., aen Henrick ten Spoell oick van angegeven schattongs 20 dlr., und an sijne landtfrouw wedwe Wijgincks 150 daler.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 399, fol. 38r.

      12 juli 1630:
      Verkoop bij 'brennende keerssen' op verzoek van Rudolphus Theben als volmr. van Conred van Munster, van het vierdendeel des erffs und guedts Loijkink, gelegen in de buerschap Meddehoe, Laurents Crommelbien toebehorend, sampt dessen olde und nije thoebehoer und gerechticheit. Herman Loijkinck protestiert dat dese subhastatien und distractien hem in gienerlei manieren an het sijne sall prejudicieren. Koper wordt Hans Voss voor 650 dalers, borge is Blesius Volmer.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 92, fol. 63r en v

      4 februari 1636:
      Gerrit Rabelinck als cessie hebbende van sijn schoonvader Herman van Basten ende voort van Berndt Ruevekamp, heeft de op den 3 deses angependete gerede guederen des guedes Loijkinck in Meddeho huiden dato opgebadet ende dat om te hebben betalinge van binnen jaers verschenen renten, te weten drie holtgl. und negendenhalven dallr., naer luijt segell und brieven hem pandteijscher deswegent getransportiert. Hiervan op 5 febr. die wette gedaen tegens Herman Loijkinck als gebruijcker und besitter desselver goedes.
      (NB Diverse beschadigde vervolgstukken in de maanden februari en maart 1636 in inv.nr. 98. Bij de inschrijvingen van 3-3-1636 staat in de kant bijgeschreven: A° 1646 den 16 Augusti bekanden Gerrit Rabelinck dat Bernt Loijkinck hem dese renverschrijvingen alle t'samen affgelossed...)
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 98, fol. 7v en 8r
    Family ID F1592  Group Sheet  |  Family Chart

    Family Hinneken Gossinck 
    Married
    • 20 januari 1681:
      Erschenen Berent Loijckinck ende bekande an Berent Steenkamp volgens obligatie schuldigh te weesen die summa van 50 dlr. cum interesse, ende belooffde die selve nae verloop van die eerste ses weecken mette costen te betaelen onder verbandt van sijne goederen ende poene van reele ende parate executie ende distractie.
      Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 142, fol. 20v

      11 juni 1681:
      Hendersken Looijckinck, wed. van zal. Berent Looijckinck, met Joost ter Vile haeren hiertoe erkorenen momber, bekent schuldig te wesen an Willem Waeliens van affgehaelde waeren de summa van 109 gulden, daarvoor heeft zij hem verkoft ende overgelaeten die twie garven, off het alinge gewas, uijtgesondert die derde garve voor den eijgenaer, van den camp genaemt Elsercamp, omtrent een molder saet groot, om 't selve met het stroo te moogen wegh haelen, ende het zaedt ijder schepel nae marchganck te bereeckenen ende daer meede dese summe ende lopende interesse tegens vijff ten hondert te betaelen, stellende tot een onderpandt soodaenen hooijgront, als voor desen van Jan Haeffkens ende Erpenbeeck van 't goet Hoebinck gekoft is, liggende tusschen Hoebinck landt ende winckel.
      Bron: Luiting, RAG, RABvt inv.nr. 426, fol. 137v
    08 Apr 1637  Winterswijk Find all individuals with events at this location  [1
    Notes 
    • 30 april 1640:
      Berndt Loijkinck bekent voor sich, Henrick sijner huijsfrouwen, voor eene wanbetaelte summa geldes, rechter jaerlixer pension avergelaten und verkoft te hebben ahn Geert Wijbers, Anna ehel., achtenhalven dlr., jaerlix op Meij Philippi et Jacobi te verschijnen, stellende daervoer t'onderpande sijnen halven Hogen kamp in Loijkinck inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe gelegen gehoerich, voorts alle sijne gereide und ongereide gueder. Die loese een vierendeell jaers te voeren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Meij Philippi et Jacobi 14 dagen onverhaelt, mitte summa van anderhalff hondert dlr. te loesen.
      (10 maart 1649 bekent Geert Wijbers dat Bernt Loijkinck hem dese afgeloest ende betaelt heeft.)
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 411, fol. 69r

      4 maart 1641:
      Verkoop door Blesius Volmer, in nahmen ende als volmechtiger van de Ed. Coenradt van Munster rentmr., an Berndt Loijkinck, Hinrick sijner huijsfrouwen, van sijns constituants gerechte helfte des erfs ende goedts Loijkinck, waervan glte. Berndt Loijkinck d'ander helfte toestendich, met desselven olde und nije gerechtigheit, sampt beswaer daerop van olts gestaen, inden kerspel van Wenterswick buerschap Medehoe gelegen, met die vrijkoopinge van twie molder roggen so glte. Conraedt van Munster uth glte. goede verschreven gewesen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 412, fol. 15v

      13 mei 1641:
      Verkoop door Geert ten Hulsen, Aelken Loijkinck ehel., an haren respective swager und suster (moet zijn broeder) Berndt Loijkinck, Henrick sijner huysfrouwen, van haer verkooperen gerechte anpart van het erff und goedt Loijkinck inden kerspell Wenterschwick buerschap Medeho gelegen, item haer gerechte anpart van het Kornengoor in Ruhrloe gelegen, niet daervan uthbescheiden, mit desselven toebehoer und gerechtigheit.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 412 fol. 28r en v

      4 december 1641:
      Verkoop door Bernt Loijkinck, Henrick ehel., an juffer Anna van Eerde, wed. Ripperda tott Vorden en Buerse, van een hoijmate die Reijse genant, mit eene sijdt langes Loijkinck goorden, mitter ander anden Sijbinck camp gelegen, mit eenen ende anden Sijbinck Gosen Mors, mitten anderen anden karckdijck schietende, voor doorslechtich kummerfrij, inden kerspell Wenterswick, Medehoe gelegen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 412, fol. 54v en 55r

      14 maart 1644:
      Verkoop door Bernt Lijkinck, Henrickschen Gossincks ehel., an haren swager ende broeder Jan Gossinck, Elske Loijkincks ehel., van alle hare anpart recht ende gerechticheit van het erff en goedt Gossinck inden kerspel Wenterswick, buerschap Henxel gelegen. Verkoop door Jan Gossinck, Elske Loijkincks ehel., ahn Bernt Loijkinck, Henrickschen Gossincks ehel., van alle hare anpart recht ende gerechtigheit van het erff und goedt Loijkinck, neggens haer comparanten derdendeell van een angekoft stuckssken landts inden Loijkincks esch gelegen, die Driesche wei genampt, so eertijts uth het erve ende guedt Balkenschott verkofft worde.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 414, fol. 15v en r

      15 februari 1649:
      Erschenen Berndt Loickinck, Garrit ten Hulsen ende Johan Gossinck voor haer ende haere huijsfrouwen de rato cavierende, als mede voor Willem Jonas ende desselfs huijsfrouw Judith Leiendeckers haer comparanten verwanten, die bekanden voor haer ende haeren erven, also hurluijden bij den E.magistraat der Stadt Zutphen d'administratie van Christian Crommelbeens goederen tegens suffisante borghstellinge was geaccadiert ende datt Berndt Weninck ende Warner Weninck borgre der stadt Zutphen alsulcke borgstellinge voor hun comparanten op haer instantelick anholden ende versoeck hadden geprestiert ende angenomen, aen diewelcke d'heer Lt.Weninck sich wederom als wahrburgh aldaer te Zutphen gerichtelick hedde moeten verburgen, datt sij derhalven hadden gelaeftt glten. Lt.Weninck, alsulcker wahrburgh schafft halven allerdinghs cost ende schadeloes t'holden, verbindende tott dien einde haer persohnen ende goederen, geriede ende ongeriede, tegenwoordige ende toecomende, woe ende waer deselve sijn gelegen, sich voorts submittierende ter parater executien aller heeren hoven richteren ende gerichten in specie den Ed. Hove van Gelderlandt.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 110, fol. 58r en v

      7 april 1651:
      Berndt Loijkinck, Enneken zijn huijsfrouwen, hebben avergelaeten ende verpachtet aen Arent Bonen, Berendtken eheluijden, zijn stedeken Rhemens huijs genoembt, mitt den Nijthuijser goorden sambt het ackermael groenlandtes und sulckes den tijtt haerer pachterenleven lanck, mit daertoe behoerendt recht ende gerechtigheit inden kerspel Wenterswik inde buhrschap Medehoe gelegen, und sulx voor negentijn den halven dall. jaerlix op Martini te verschijnen ende te betalen, und sall pachter gemelte huijs ende getimmer in goeden dake ende gerake onderholden. Vootrs heeft Barndt Loijkinck van gemelte Arent Bonen opgenomen ende ontfangen die summa van 100 dals., hij belooft daervan jaerlix op Martini te betaelen 5 dll., welke de pachter Bonen aan zijn pacht sall hebben te korten.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 417, fol. 60v en 61r

      Berent Loyckinck moet circa 1611 zijn geboren. Bij de processtukken in 1645 betreffende het opwerpen van een dijk bij het goed Poelhuis in Meddo bevinden zich verklaringen van Berent uit 1642 en 1643, waarin hij stelt 31 jaren oud te zijn. In 1637 trouwt hij met Hinneken Gossinck. Zoals ook bij zijn vader vermeld, was de vader van Berent nog maar eigenaar van de helft van het goed Loyckinck. Zoals uit bovenstaande aktes blijkt, is Berent erin geslaagd, het familiebezit weer in een hand te krijgen.
      Bron: Luiting: Luiting's uit Winterswijk
    Children 
     1. Harmen Loijtink,   b. Abt 1640,   bur. 13 Dec 1717, Winterswijk Find all individuals with events at this location  (Age ~ 77 years)
     2. Kerst Loijkinck,   c. 21 Mar 1647, Winterswijk Find all individuals with events at this location
     3. Jan Loijkinck,   b. Between 1640 and 1650
     4. Berent Loijkinck,   b. Between 1640 and 1650
     5. Marrie Loijkinck,   c. 09 Jul 1654, Winterswijk Find all individuals with events at this location
     6. Laurens Loijkinck,   c. 02 Dec 1655, Winterswijk Find all individuals with events at this location
     7. Marriken Loijkinck,   c. 13 Mar 1659, Winterswijk Find all individuals with events at this location
     8. Salomon Loijkinck,   c. 26 Dec 1661, Winterswijk Find all individuals with events at this location
    Last Modified 8 May 1997 
    Family ID F1591  Group Sheet  |  Family Chart

  • Event Map
    Link to Google Maps - 08 Apr 1637 - Winterswijk Link to Google Earth
     = Link to Google Earth 
    Pin Legend  : Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  • Notes 
    • 8 juli 1659:
      Erschenen Stijne weduwe van zl. Henrick Helmes, met authoriteit van Rudolph Theben haeren hiertoe erkorenen momber (beklaegt sijnde gemelte Stijne van Bernds Loijkinck, dat sij hem ende sijn dogter diffaniert ende qualick naegesproken hebbe) und bekande vermits authoriteit haeren mombers vorschreven, dat sij comparantinne die daegen haeres levens gien sinnen gehadt hedde hem Lokkinck off sijn dogter tot diffanieren ende tott naedeell van haer eere te spreken. Ende so verstaen werden konne, dat sij tott achterdeell vande eere van Berndt Loijkinck offte sijn dogter gesproken hadde, verklaerde mits desen dat haer comparantinne sulx van harten leedt dede, ende dat sij van hem Lijkinck ende sijn dogter niet ander könne off wete te seggen, als alle eehr, doegde ende vrommicheit, sonder exceptie ende bedrogh.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 421, fol. 14v en 15r

      20 november 1660:
      Verkoop door Beerndt Lojkinck, Hindersken Gossinck ehel., mede cavierende voor Geerdt ten Hulsen en Jan Gossinck beijde comparanten swaegers, aan Harmen Wennekinck en Aeltien te Colste ehel., van een stucke boulants omtrent 3 schepels geseij, gelegen in Medehoe, mette eene sijt langes Stiencamps landt, mette ander sijt naer 't Velt, mette eenen einde naest Halrijts landt, metten anderen eijnde aen de wed.e Wehnincks landt.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 421, fol. 63v

      27 januari 1670:
      Erschenen Berent Loickinck bekent op gedane citatie van Joh. Wolff als volm. van Elisabeth ter Pellewijck, huisvrou van Vijt Hackenbroeck deuchlijcker schult schuldich te sijn die summa van vijftich dlr. luijt gegevene obligatie, belovende die selve over twee maent praecisie te betalen, bij poene van parate executie en distractie sijner goederen.
      (5-7-1670: Joh.Wolff als volmr. van de huisvrou van Vijt Hackenbroeck bekent van bedoelde summa voldaan te zijn.)
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 131, fol. 7v en 8r

      2 januari 1671:
      Berent Loickinck voor sich en voor sijn huisvrou Henrick, bekent schuldig te sijn aen Henrick Leessinck die summa van hondert dlr., gelovende die selve jaerlijckx ende alle jaer met 5 desselver daelders te verpensioneren, stellende ten onderpande het Reems huis, waer uit hij Leessinck jaerlijckx die 5 dlr. sal hebben te beuren en ontfangen.
      (24-2-1674: Hendrick Leesinck bekent van dese hondert daelder boldaan te sijn).
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 473, fol. 1r

      29 maart 1672:
      Erschenen Dirick Beerninck, voordragende hoe dat hij tegens Berent Loickinck met aenpeindinge ende opbadinge heeft erholden vollenkommen verwin voor die somma van 100 guldens compensatiegelder wegens een langduyrige gehoudene procedure, gelijck den Ed. Gerichte bekent is, ende dewijl gemelte Loickinck op de gesonnene wercklicke executie wederregtlick pantkeringe heeft gedaen, sonder nochtans eenige reedenen van pantkeeringe bijgebracht te hebben, so versoeckt comparant dat tegens gemelte Loickinck voor die noch restierende penningen gerichtlicke pandtsterkinge moge worden verleent, ende om dieselve te exequeren den vooght Wassenbergh gedemandeert, mitsgaders voor kosten ende schaden.
      De pandtsterkinge wordt toegestaan.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 133, fol. 76v en 77r

      21 januari 1675:
      T. Schoemaecker volmr. van Berent Loyckinck heft vermoge relatie van J.ter Pelckwick d'angepeindete gereede ende ongereede goederen van zal. Snijder Harmen voor een binnen ende buijten jaer achterstendige interesse van een capitael van 100 dlr. ende voor een jaer interest van 15 dlr. staende an Stijntjen Engels, alsmede wegens achterstendige heeren penningen soo comparants principael an voornoemde Snijder Harmen heeft verschooten, ende daer voor borge geworden, huijden dato opgebaedt ende daervan die weete tegens d'erfgenamen gebeeden.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 136

      17 februari 1676:
      Erschenen Berent Loikinck ende bekande aen Jan Weninck tot Bredevoordt wegens gedaene verteringes kosten schuldich te sijn 14 guld. 12 stvt., gelaeft de selve summe met huidiges daeges kosten ad 36 stvr. op aenstaenden paesschen deses jairs onfeilbaer te betaelen, onder poene van parate executie, daer onder sijne goederen in cas van misbetalinge submitterende.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 137, fol. 31r

      6 april 1676:
      Erschenen Berent Loickinck die bekande voor sich en sijnen erven oprechter deuchdelicher schult schuldich te sijn aen Jan Haefkes ende Derk Philips Erpenbeeck de summa van hondert daler heerkomende wegens afgecoften grondt van 't goet Hoebinck, ende beloofde dieselve tegens anstaende Michaelis neffens huijdiges dages costen gewis en onfeilbaer te betalen, onder verbant van sijn persoon en goederen en poen van parate en reele executie en distractie sijner goederen.
      Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 137, fol. 61r en v

  • Sources 
    1. Stroet trouwboek Winterswijk.



Library z-lib z-library zlibrary project