Gerrit te Gussenkloo

Other Events:

• : Gerrit Jan, Scholten

Gerrit married Jantjen ter Neet 31 Oct 1697, Aalten. Jantjen (daughter of Herman Wensinck and Griete Doorninck) was christened 23 Mar 1673, Aalten. [Group Sheet]

Notes:

21 augustus 1704:
Erscheenen Garrit Jan Scholten weduwenaer van wijlen Jantjen ter Nieth voorhebbend zijnde zijch te verandersaeten met Lubbeken ten Cotte proponeerde desen weled: Ger: hoedaenigh hij compt. ten overstaen van dedinghsluijden en vrienden is opgeright een maegescheit de dato den 29 julij 1704 waarbij den weder? voor der selver moederlicke naelaetenschap eens voor al het gelijck geset wort bij desen eene summa van hondert caroli guldens, met naevolgende uijtbereijdinge te weeten dat de outste doghter Hendersken benoemt vande geseijde 200 (?) glns sal hebben te profijteren de summa van 20 gln ende ses, des moeders kiste de halve kleedinge soo linnen als wullen, sootet(?) des selfs lijf bij haer leven heeft gehoort,
ende andere doghter Eefke mede sal genieten een nieuwe kiste van 3 1/2 voet, met de andere halfscheijt des moeders kledinge als voorens geseijt, oock sal de selve genieten de summa van 20 gln daarteegens de beijde de soonen Derck en Garit Jan van deese voorstaende summa worden uitgetelt ieder voor hooft 30 glns met elk een pijen rock welcke summa sal worden voldaen ten zijde als de kinderen komen te trouwen, off als sij tot haere mundige jaeren sullen gekoomen zijn, eghter mits dat de vaeder dese sijne kinderen sal hebben te versorgen in kost klederen als anders, soo nae hierlick en nae gewoonte gebruickelijk is.
tot deesen allen te aghtervolgen en nae te koomen, soo heeft de bestevaeder Harmen ter Nieth hier verklaert als momber en daar voor verborginge doende, dat de kinderen in geene deelen sullen benaedeelt oft kort komen, waer op gestipuleert.
Bron: ORABvt inv.nr. 548

Op heden dato ondergeschr. is een liefflik en vrindlik verdrag en maghscheijt gemakt ende gesloten tusschen Garrit Jan Scholten weduwenaer van wijlen Jantien ter Neet ter eener, ende sine vier kinderen bij hem en wijlen sin huijsvrouw Jantien ter Neet geprocureert, met naeme Hendersken, Derk, Eefse en Garritjan ten Gussenkloe, over der selver moederlike versterfgoederen en naelaetenschap, waer voor de oomen en mombaeren in desen respective hebben geintrevenieert, en sulks op volgende condittien

Eerstelik de gemelte Garritjan ten Gussenkloe vader van voernoemde dese sine vier gespetsificierde kinderen hebben te geven en uut te kieren voor derselver moederlike naelaetenschap, eens voor all de somma van hondert guld: segge 100 carl. gl. met desselfs uutbereijdinge hier naeder volgende

Ten tweeden sal de ouste doghter Hendersken van dese voorstaende somma hebben te profitteren ter somma ad twintig guld: en tot utbereijdinge de moeders kiste, ende halve moeders kledinge, soo linnen als wullen soo tot derselver liff is gehorende gewest. Ende andere dogter Eefse mede een nieuwe kiste van 3 1/2 voet, met de andere halfscheijt der moeders kledinge als voorseijt met nog de somma van twintig guld:

Hier beneffens sal aen beijde soonen Derk en Garritjan van dese voorstaende somma worden utgetelt ieder voor helft? ofte gedeelte 30 guldens, met elk een nieuwe pien rock.

Welke parselen sullen worden voldaen ende utgekiert, ten tide als de kinderen koomen te trouwen, ofte tot haere mundige jaeren gekomen sin.

Mits noghtants dat de vaeder dese sine kinderen sal hebben te versorgen in kost als anders, soo naeburlik en nae gewonte gebruijkelik is.

Des ter oirconde van waerheijt is dese van contraghenten beijdersits eigenhandig geteijkent, onder verbandt van persoonen en goederen, die selve submitterende ter judicature van alle reghteren en gerighten sptsialiken den wel edelen hoove van Gelderlant. Act: Aelten den 19 julij 1704.

Onderstont
Garritjan ten Scholten
Dit is het mark van Harmen ter Neet als grootvaeder
Dit is het mark van Hendrik Duijnk als oom
Dit is het mark van Ceune Bullens
Dit is het mark van Leutte Vreers gen. Neet
Berent ten Gussenkloe
Derk Tolkamp
Dit is het mark van Hendrik ter Neet
Eghbert Wijghers
Dit is het mark van Hendrik Navis
Dit is het mark van Harmen ter Horst

Testis
Elvervelt, vooght
Bron: ORA Bvt inv.nr. 548

1. Henderke Scholten was born , Lintelo; was christened 14 Aug 1698, Aalten.
2. Derk Scholten was christened 04 Feb 1700, Aalten.
3. Eva Scholten was christened 19 Dec 1701, Aalten.
4. Gerrit Jan Scholten was christened 10 Feb 1704, Aalten.

Gerrit married Lubbeken Kotten 10 Aug 1704, Aalten. Lubbeken (daughter of Hendrik Kotten) was born , Estijzer. [Group Sheet]

1. Jantjen Scholten was christened 30 May 1705, Aalten.
2. Henric Scholten was christened 06 Mar 1707, Aalten.
3. Henric Scholten was christened 20 Feb 1709, Aalten.

Hendrik married Mette Rosijr 04 Nov 1666, Aalten. [Group Sheet]

Other Events:

• : Eppinck

Notes:

Op 10 februari 1680 maakt Henrick te Gussinklo zijn testament. Hierin verklaart hij, dat zijn vrouw Mette den hof then Gussinckloe zal blijven cultiveren. Na haar dood zal het goed in eigendom overgaan aan de oudste zoon, Berent. Moeder Mette zal tot haar dood een kamer krijgen. Zijn dochters uit het eerste huwelijk zullen gelijk met de andere kinderen opdelen. Dit zijn Hendriksken en Eefken uit het huwelijk met Gerritjen Wolterink.

Bron: ADW april 1973 p. 16 e.v., het geslacht te Brake, voorheen then Gussinckloe en Loman

Notes:

Died:
Hofboek 1666:
Berent ten Gussinckloo obijt Beerentien uxor?

Berent married Berentjen then Gussinckloe Abt 1630. [Group Sheet]

Notes:

20 juli 1630:
Berndt ten Gussinckloe Goekens? soon, und Berendtken ten Gussinckloe Henricks dochter sijn huijsvrouw hebben zich vrijwillig horig gegeven nae den hoff Gussinckloe. Zij betalen hiervoor een bedrag van 25 gulden.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

Bernt then Gustenkloe en Berntjen ten Gustenkloe uit Lintelo komen voor op de lidmatenlijst van Aalten van 1645.

Bron: transcriptie lidmatenboek Aalten

Verpondingsquohier Aalten 1647:
Heeghte, Bernt ten Gussincklo.
Huis, hof 1 schepel lijns, boulant 2 mtr, 3de gerf, 16-13- .
2 Dlr. jaergelt, 3-0- .
Opvallend is dat Geert Lomans en Bernt ten Gussincklo allebei een gedeelte van de Heeghte bezitten. Later trouwt Geerts dochter Hermken met Berends zoon Geurt.

Mercurij 17. Martij 1652 - Stattholder Joost ter Vile, Coernoten Jan ten Brincke, Herman Huninck
Erschenen Jan ten Ormel Aeltijen Saelminx eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Bernt ten Gussinkloe Berndeken sijn huijsfrouw und haeren Erven, het halve Heegt off t'kleine Gussinckloe, daervan Koeperen dander helffte toestendigh inden Kerspell Aelten Buerschap Lintel ant Entinck Broeck gelegen, mit desselven toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, deses erfflick gecediert und uhtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer Verkoeperen goederen, sonder exception und argelist.
Bron: RAG, RABvt inv.nr. 418 fol. 12v

Omtrent het goed 'De Heeghte', aldus de verpondingskohieren van 17 maart 1652, toestendig is aan Berent then Gussinckloe, bouwman Jeurden 't Heegte, de halve Heegte of ook wel 't Klein Gussinklo genaamd, waarvan de kopers de andere helft reeds toebehoren, gelegen te Aalten in de buurtschap Lintelo aan het Enterhoek.

Op 8 februari verkoopt Margaretha Wissink, weduwe van Theben (1664) aan Berent then Gussinckloe het goed 'Meinen'.

Bron: ADW april 1973 p. 16 e.v., het geslacht te Brake, voorheen then Gussinckloe en Loman

17 maart 1652:
Jan ten Ormel, Aaltijen Saalminx eheluijden, bekennen verkocht te hebben aan Berent ten Gussinckloe, Berendeken sijn huijsfrouw, het halve Heegt, off 't kleine Gussinkloe, daervan kooperen d'ander helftte toestendigh inden kerspel Aelten Buerschap Lintel aen t Entinck Broeck gelegen, mitt desselven toebehoer ende gerechtigheit.
Bron: RAG: RABvt volontaire protocollen

Other Events:

• : Rosier, Lohmans

Notes:

Mercurij 13 Maij 1640 - Stattholder Frans Moselage, Cornoten Johan ten Brincke, Johan Nachtegall, Herman Huijninck.
Erschenen Margriete Mächtes nagelatene v an zal. Peter Evertz mit Johan Grievinck ondervoogt tott Aalten, haeren hiertoe erkorenen und toegelatenen Mombars, die bekande mit authoriteit hares Mombars vorss.,voor sich unde haren erven uht cracht van sekere obligatie in dato den eersten Maij Anno sestijnhondert Drieundtwintich under zal.Peter Evertz unde haer comparantinnen handen und respective Marcks, van haer und den gerichte geagnosciert, rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben ahn Warner Eppinck Jenneke eheluiden und haren Erven tijn daler, den daler ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, jaerlix op Meij Philipi und Jacobi und op Meij sestijnhondert Eenundviertich eerst toe verschijnen, stellende daervoer t' onderpande haer huijs und hoff voorts alle hare goederen, ghiene uhtgesondert, om sich daeran gemelter pension, hoofftsum sampt Kosten und schaden mit pendongh nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een halff Jaer te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij viertijn dagen daernae onverhaelt mitte summa van twiehondert daller in twie terminen Jaerlix mit hondert dall: te loesen. Alles bij peen van pendongh als voorschreven. Sonder exception und argelist.
Naast deze acte staat: Anno 1656 den 11. Maij bekande Willem Eppinck, zal. Rosier Lohmans Son wonende op Eppinck, dat Herman Evers und Gerritken Huijninck eheluide hem dese Summa ter presentie van Jan ten Brincke coernoot affgeloeset ende betaelt hadde.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 411 fol. 70v, 71

Notes:

Mogelijk heette hij oorspronkelijk Wesselinck.

Goeken married Geesken ten Gussinklo Bef 1618. [Group Sheet]

Notes:

6 januari 1619:
Erschenen Goeken ten Gussinckloe Geesken ter Braecke eheluijde, und sie Geesken mit Goeken vorschreven als haren echte Man und Mombaer eens, und Derick Boenck, Geesken ten Gussinckloe eheluide, und sie Geesken mit Derick vorschreven als haren echte Man und Mombaer, anderdeels, und avergeven twie VerdragsZedulen tusschen gemelten Goeken und sijne Kinderen opgericht, beijde eenes inholdtz und van Parthien und averluijden onderteickent, versoeckende dieselve ten Protocolle te redigieren und hun daernae die originalen toe restituieren, und hebben demnae beijdersijdtz in qualiteit vorschreven den Inholdt derselven Zedulen bester und bestendichster formen Landtrechtens und gewoonheitz alnoch vrijwillich und walbedechtlich geapprobeert und bestedigt. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, Gelaevende voer sich und haren erven respectivelick desselven te staen, wachten und wahren, vorder und beter verschrijvong und erffvestniss tedoen nae Landtrechte. Bij veronderpandong harer goeder. Sonder exceptie und argelist. Luijdende gemelte Verdrags Nottulen van woort thoe woorde als volgt:
Kundt und thoe wetten sij hiermit jedermenlichen Soetoe dat up huidt dato hier underschreven iss dorch tusschen sprecken und met consent die ahngeboerene Mumbaeren und frunden ein frundtlich, liefflich und unwedderroeplich verdrach geholden, tusschen den Ersamen und fromen Goe ten Gussinckloe als die Vaeder einsdeels, und sijne nagelatene Kinderen van salige Geesken ten Gussinckloe, sijn gewesene eheliche Huijssfrouwe, als nemblich Jan, Geessken, Berndt, Everdt, Willem, Derick und Rotger anderdeeils, up Vorwarden und Conditien alsvolget, Ten eersten gelavet die Vaeder vorschreven, die vorschreven Kinderen die Nalatenschap van wegen oerer zaligen Moeder, ein Ider wanneer sie an beraedt werden kommen, medde te geven und oick wall toe betaelen, als nemblich die Summe van Hundert daler Aeltensche geweerden, und daertoe eine Koe, niet die beste und oick niet die slimste, mett den bescheide, dat wanneer die Heere sijnen willen met der gedacht Kinderen dede, und oerer eene van hier haelde, sollen die vorschreven Hundert daler bess tot den Lestlevenden van dat eene Kindt up dat ander erven und sterven, voerbeholden die Koe, die sall die Vaeder offte sijn Huijssfrouw offte oer Erven niet schuldich wesen te betaelen, Sunder dat dieselve sall met den Kinde doet sijn. Des is mede bescheiden, dat wanneer Geessken gehijlicket offte bij beraet wert komen, gelavet die Vaeder oer eine Nabuerlicke Uthreidinge toe geven, als nembtlick ein bedde met sijn toebehoer, als met twie paer Laecken, eene Decken, und daertoe Kussen unnd Pooll, einen Rock Naberlick, ein Klier met ein paer Mouwen und offt dat geviele dat Geessken vorschreven in den Heere verstorve, ehr und bevoer sie gehillickt mochte werden, is bescheiden dat die Uthredinge als dan mede doot und niet sijn sall. Unnd offte dat sick oick geviele, dat die Heere Goe vorschreven van hier haelde, Ehr und bevoer, ehr dat Jungste Kindt als nemblich Rotger mundich worde, und dat hie noch niet bequaem wehre und sijne Kost toe verdienen, is mede bescheiden dat dat Kindt sall underholden werden van dat stucke Landes, liggende inden Linteler Esch, genoempt dat Rotgers stucke, met den bescheide, datt die Hundert daler vorschreven, die welch em van sijn zalige Moeder toegelagt iss, niet sall gebraecken offte versplittert werden. Verner is noch bescheiden, soe vere die Vaeder offlivich wurde, sall alsdan sijn Huijsfrouw Geessken ten Braecke offt oer Erven die gerede und ongerede goederen met des Vaeders Kinderen in gelijcken dielen, voerbeholden hundert daler Aeltens gelt sollen des Vaeders Kinderen voer aff hebben, soe veere daer eenige middelen sijn, daermen die Penningen affnemen mach. Verner is bescheiden offt wanneer die Vaeder storve und afflivich worde, sollen des Vaeders Kinderen die Erfftal als nemblich den Kamp, so gelegen an dat Entinck broeck, mett den eenen ende ahn die Peerbooms Maete, mett die ene sijdt ahn Gerrit Boenges Maete, met die ander sijdt ahn Ruleffs Huijninges Mate genoempt den Bullensen Kamp voeraff hebben, und oick dat vorschreven stucke Landes soe in den Linteler Ess gelegen, soe veere Rotger vorschreven sijne Kost, wie baeven verhaelt is, verdienen kan, sollen mede voeraffnehmen und in gelijcken deilen, met den bescheide, dat nach des Vaeders doott sijn Huijssfrouw Geessken offte oer Erven giene forderingh noch einige actie ahn die gemelte Erfftal offt Hundert daler sollen hebben, sunder enige Inrede offt argelist. In oirkunde der Wahrheit sindt hier ahn und aver geweest Geert Kaelwagen, Hendrich Gossens, Beerndt Bullensen, Hendrich Strunck, Derick Schuerinck, Jacob Nellekes, Eerick ten Gussinckloe, die ditselvige mett oeren Christlicken Nahmen offt Marck, neffens den vaeder und Kinderen, hebben underteickent, und ich Poulus Honstraten Schoeldiener, uth begeren van beijden, hebbe dit Jegenwoerdige Verdragh Mett eigener handt geschreven und underschreven. Actum Aelten den Sesten Augusti int Jaer ein Duijsent Sesshondertt Soeventien, und wass underschreven:
Dit dat Marck van Goeken ten Gussinckloe. Dit Jan ten Gussinckloe sijn Marck.

Beerndt ten Gussinckloe sijn Marck. Dit is Geessken ten Gussinckloe sijn Marck.

Dit is Geertt Kaelwagen Sijn Marck. Ditt is Hendrick Gossens Marck. Beerndt

Bullensen Sijn Marck. Hendrich Strunck Sijn Marck. Derick Schoerinck sijn Marck.
Leger stundt:
Poulus Honstraeten.
Pro collationatis, auscultatis & verbotenus concordantibus Wilhelmus Wisselinck, notarius publicus. Judicij.. Scriba

Erschenen Geerdt Boenck Bielken eheluijde, und sie Bielken mit Geert vorschreven als haren echten Man und Mombaer, eens, und Derick Boenck Geesken ten Gussinckloe eheluijde, und sie Geesken mit Derick vorschreven als haren echten Man und Mombaer, anderdeels, und presentierden eene Verdargss Zedull tusschen Ihnen opgericht, dorch den Landtschrijver geschreven und neffens Parthien und averluijden underteickent. Mit bidt dieselve ad protocollum toe redigieren und hun daernae t' Originaell toerestituieren, Und hebben demnae Geerdt und Bielken Boenck eheluijde eens, und Derick Boenck Geesken eheluijde anderdeels, malckanderen reciproce
Inholdts desselven Verdrags vrijwillige, erfflicke, ewige und onwedderroeplicke Cession, opdragt und uthganck gedaen.
Daerop mit hant, halm und monde gerenuntieert und vertegen, und malckander inholtz desselven waer, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Gerichtzstijl und gewoonheit. Bij veronderpandongh aller harer guederen. Sonder exception und argelist. Luijdende gedachte Verdragss Nottul van woirt thoe woorde als volgtt:
Anno Sestienhondert Achttien den Achtundtwintichsten Junij hebben Geert Boenck, Bielken eheluijde eens, und Derick Boenck harer beijder echte Sohn anderdeels, alles ten averstaen und mit raedt onderbenoempten frunden und Naburen, und haer selffs vrijen willen, van wegen des Erffs und goets Boenck inden Kerspell Aelten Buerschap Lintell gelegen, sich guetlich, liefflich, endtlich und onwedderroeplich verdragen in manieren nabeschreven:
Dat Geert Boenck, Bielken eheluijde vorschreven vrijwillich und walbedachtlich avergaven gemelten haren Soon Derick, dat halve Erff und guet Bunt Boenck ahnstont antefangen, und die ander helffte nae haeren beijder eheluijden dode, Mitt solcken bescheide und conditien, dat die Olderen unnd gemelte haer Sohn, sampt desselven toekumpstige huijssfrow soe lange sie sich verdragen konnen, t'samen wohnen und huijssholden und die Olders der Kinder beste doen und befurderen, edoch op solcken vall Derick und Huijssfrow offt haere Erven dat gehele Erff unnd guet sampt desselven opkompsten toegelijck met den Olderen gebruicken und genieten sullen. Daer averst bij versterff offt andersins soe sich mitt malckanderen niet verdragen konden offt sonst den Olderen belieffde alleen te wohnen, op sulcken vall sullen Derick und Huijssfrouw offt derselven Erven geholden sijn , den Olderen soe veell gemacks int huijs te maecken, daermit sie tevreden zijn, und sich ter goeder nottrufft in behelpen konnen, offt besondere wohnungh timmeren. Und sullen Derick vorschreven und sijn toekumpstige Ehefrow und derselven Erven, van nu ahn alle Last, schuldt und beswaer opten guede vorschreven staende offt ankommende, niet averall uthbescheiden, alleen und sonder toedoen der Olderen dragen und entrichten, daertoe Ideren Kinde, alss nemblick sijns Dericks Broederen und Susteren, eens voer all ahn gelde Hondert und Vijfftich daler /: edoch wat Geessken ter Beest ontfangen, toe korten :/ und der suster Willemken uthreijdongh gelijck Geessken bekommen, den Broederen averst Hendricke und Aernde ideren /: alles tijt derselven ehelicher bestadongh :/ een Kledongh, eene Koe, een Ihme, und Arnde besonder entwedder dit offt toekompstige Jaer een Vromswarm entrichten und betaelen. Alles mit bedingh und conditie, dat die Olderen offt Lestlevende derselven Heer und Meister des halven guets haer Levenlanck sijn und blijven, und t'selve tott harer noottrufft und Underholt haeres willens und gevallens gebruijken, genieten, oick nootfall beswahren sullen und mogen. Na dode averst der beijden Olderen sullen Derick Boenck und Huijssfrow offt derselven Erven dat geheele Erff und goet Boenck vorschreven sampt desselven toebehoer und gerechticheit, voortt alles und jedes wess den Olderen tijt hares Levens anerven und sterven moge, erfflick erholden und genieten. Edoch hefft Derick bewilligt dat imfall der Kinder enige sonder echte Lijffs Erven natelaeten versterven worde, dat alssdan die helffte derselven belaeffde Pennongen, als nembtlick Vijffundtsoeventich daler op den sunstlicken broederen und susteren vallen sulle. Und bekanden und Moeder vorschreven eens-, und Derick Boenck haer Sohn anderdeels, hiermit in mathen vorschreven eens voer all, vrijwillich, endtlich und onwedderroeplich verdragen te sijn und blijven. Gelavende malckanderen deses alles und jedes waerschap und vestniss, sampt betere Verschrijvongh, opdracht und uthganck nae Landtrechte. Alles sonder Inrede, bedrogh und argelist. Hier sijn bij an und aver geweest, als Verwandten, Frunde und Naburen, die Ernhaffte und Erbare Coop ten Goirhuis, Herman Mages, Wessel Brethouwer Kerckmeister, Willem Wisselinck Landtschrijver, Henrick Grievinck, Peter Evertz, Berendt Bullens, Goeken ten Gussinckloe, Hendrick Stronck, Derick Schuerinck, Johan Wensinck, Berent Bulsinck. Ter mehrer oirkundt und vestnis hebben beijder sijtz Parthijen und naeste Verwandten sampt die gene soe schrijvens erfahren, deses Nottull mit eigenen handen underteickent. Actum opten Hoff thoe Boenck A et die ut Supra.
Und was underschreven: Dit is Geert Boencks Marck. Bielken Boencks Marck. Derick Boenck.

Coop ten Goirhuis Marck. Herman Mages Marck. Goeken ten Gusssinckloes Marck.

Wessel Brethouwer. Hendrick Grievinck. Peter Evertz. Noch understundt : Up beijdersijtz Parthijen vorschreven sonderlings versoeck und begeren. W. Wisselinck Landtschrijver.

Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 392 fol. 3-7v

3 maart 1619:
Erschenen Gae ten Gussinckloe Geessken eheluijden, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, derwelcken sie sich gueder volnkomener betalung bedanckten, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft te hebben, averlieten und verkofften hiermit und in krafft deses, Geerten Wesselinck /: sijns Gaen vorschreven Neve :/ unnd sijnen erven, sijns Gaens filiaell quota, anpart, recht und gerechticheit vann het Erff und guet Wesselinck, alss Gaeken vorschreven bevorens daeran gehadt, inden Kerspell van Aelten Buerschap Barle gelegen, mitten eener sijdt ahn Duenck, mitter ander sijdt tuschen Bullens guet gelegen, mitten eenen ende anden gemeijnen wech, mitten anderen ant Barler Goir schietende. Mitt sijnn toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich Kummerfrij Erff und guet, voerbeholden den Huijse ter Walfartt sijnen geboerlicken und gewontlicken Thenden. Deses erfflick gecediert und uthgegaen, daerop mitt hantt, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh sijnen Verkoperen jegenwoirdigen und toekumpstigen gereiden und ongereiden guederen. Sonder bedrog und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORABvt inv.nr. 392 fol. 17, 17v

13 februari 1622:
Geerdt Locken X Catharina van Munster verkopen aan Gaeken ten Gussinckloe X Geesken een mathe inden kerspel Aelten buerschap Lintel.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 395 fol. 3v

Henrick married Derksken Bef 1616. Derksken died Bef 1626. [Group Sheet]

Notes:

15 januari 1616:
Henrick thoe Gussinckloe en Derrisken sijne echte huijsfrouw hebben zich vrijwillig uit hun aangeboren vrije stand in de Hofhorigheid van den Huize Bredefort. Twee van hun kinderen mogen vrij blijven.
Bron: RAG: Nassause domeinen inv.nr. 13C

Other Events:

• : Eppinck

Rosier married Jenneken Kappers Bef 1618. [Group Sheet]

Notes:

13 juni 1618:
Erschenen Johan Volmer Vogt thoe Vreden, Mechtelt eheluijde, die bekanden voer sich und Ihren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft to hebben und verkofften in krafft deses Rosier Loomans Jenneken sijner huijsfrouwen und oeren erven, dat Erff und guet Boijdens stede genant, alsoe dieselve hooch und lege, an top, torff und twijch, inden Kerspell Aelten, buerschap Lintell langs und thoe einde an Heijnen goet, sambt Doernick Diepengoir in sijner verner vohr und bepalong gelegen die eene Kamp an Maeges Maetken, sonst ant Kolenbroeck schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich thendt- und kummerfrij, uthbescheiden den Huijse thoe Bredeforth Vierdenhalven stuver thinss. Item twie paer hoender und gewontlicken Lijffdienst, und der kercke t'Aelten twie Pont wasses Jairlicx. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandongh aller jharer gueder, woe, waer offt in wat Heeren Landen die gelegen. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 391 fol. 27v, 28

14 maart 1621:
Peter Everts X Margriete Machtes verkopen aan Rosier Loomans X Jenneken Kappers een stuck groenlandt inden kerspel Aelten buerschap Lintelo.

Rosier Loomans X Jenneken Kappers verkopen aan peter Everts X Margriete Machtes haar cavesteedken Budddincks inden kerspel Aalten, buerschap Lintel.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 394 fol. 15, 15v

14 april 1624:
Erschenen Thonijs ten Ruell Lumme eheluijde voer sich, und hij Thonijs als Vader und Mombar sijner bij saligen Lotte Cappers ehelich getuigten kinder voert Rosier Lomans Jenneken Cappers eheluijde, Die bekanden voer sich, respective kinderen und erven, van haren Schwager und broeder Coepe Cappers Derick Conincks eheluijden van wegen harer Comparanten und mitbeschrevenen Vader- und Moederlicker alinger Nalatenschap gereiden und ongereiden guederen, volnkomentlick und toe dancke voldaen und betaelt te sijn, bedanckten sich derselven goeder betalong, quitierende daerop in krafft deses, und hebben derwegen alles voer sich und haren mitbeschrevenen In behueff Coepen Cappers, huijsfrouwen und erven, opt Erff und guet Cappers sampt toebehoer und gerechticheit Inden Kerspell Aelten buerschap Hoerne gelegen, mit hant, halm und monde vertegen, Desselven waerschap beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong harer goederen. Sonder exceptie und argelist.
Bron: Henk Ruessink (transcriptie), ORA Bvt inv.nr. 397 fol. 15v

Mercurij 21 Septembris 1631 - Stadtholder Johan Nachtegaell, Cornoten Herman Steinrotz, Peter Everdts, Herman Grievinck.
Erschenen Rosier Lohman Jenneken eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft tho hebben, averlieten und verkofften in krafft deses an Johan ter Woert Aelcken eheluijden und ueren erven een stuck Bowlandes, in aller gestaldt datselve opten Esch t'Iserloe inden kerspell Aelten tusschen Hofftijserloesch und Bekincks lenderie gelegen, mit beijden enden an die gemeine Heelwege schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, sampt den Plaggen und fuhrwech vand'Iserloosche Heijde, voer die Woert hen tot gemelte landt toegebruicken. Voer doerslechtich thendt - thins- schult-n und kommerfrij. Deses in qualiteit vorschreven erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung harer gueder. Sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 404 fol. 44v

Sabbati 9.Aprilis 1636 - Stattholder Johan ten Berge, Cornoten Peter Cloeck, J. Wisselinck.
Erschenen Warner Eppinck Jenneken Cappers eheluijde, die bekanden vor sich und oeren erven, voer genoechsame erstadungh und recompens, erfflick und onwedderroeplick avergegeven und cediert te hebben ahn Johan Lohmans Stine ten Ruijll eheluiden und haren erven und Lubbert Lohmans Aelcke Essinck eheluiden und deren erven eene originale Pandtverschrijvongh In(holdts) van Soeven Molder und een schepell roggen Aeltenscher maten, staende mit soeven hondert gulden toeloesen, so haer Vade(r ) Rosier Lohman den drieundtwintich(sten) Maij A Sestijnhondert twie und d(ertich) stylo veteri vanden HoochWolgeborn(en) Graven und Heeren Wilhelm Friedrich Graven tho Limburch und Brunckhorst Heren tho Stierum Wisch Borkelo und Lechtenvoorde, Bannerheren dess Furstendoms Gelre und Graeffschaps Zutphen, hoochmilder gedechtniss under Sijnen Grafflicken eigen handt und pitschafft erholden, mit derselven alingen Inholdt. Deses erfflick gecediert und opgedragen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft inholdts der originaell Verschrijvongh, Sunder exception und argelist.
Erschenen Johan Lohman Stijne ten Ruijll eheluide, und Lubbert Lohman Aelcken Essinck eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, van wegen harer respective Vader- und Moederlicke Nalatenschap gereden und ongereden guederen, van Warner Eppinck Jenneken Cappers eheluiden, vollenkomentlick und toe dancke vergenuegt und betaelt te sijn, Bedanckende sich derselver goeder vollenkomener entrichtungh und betalungh, quitierende daerop hiermit und in krafft deses. Sonder exception und argelist.

Erschenen Johan Lohman Stine te Ruijll eheluide und Lubbert Lohman Aelcken Essinck eheluide die bek(anden) voer sich und haren respective erven (voer) genoechsame erstadungh und recom(pens), deren sie sich vermits desen bedancken (deden), erfflick und onwedderroeplick avergelaten und verkofft te hebben ahn Warne(r )Eppinck Jenneken Cappers (eheluiden) und haren erven, het Erff und g(uedt) Boijtinck inden Kerspell Aelten Bu(erschap) Lintell, mit eener sijdt an Heijnen gelegen, mitter ander ant Colenbroeck in sijner Vohr und bepalungh gelegen, mit eenen ende an Magess Maeken, mitten anderen ahn Seine Doornincks grundt schietende mit sijn toebehoer und gerechticheit. Und een Maet in gemelte Kerspell und Buerschap, mit eener sijdt naest Oberinck Heegte, mitter ander naest Sehnen Maet in harer bepalongh gelegen, mit het eenen ende an het Witt goor, mitten anderen ahn Oberinck Maete schietende, voer doerschlechtich kummerfrij, voerbeholden uth die Boijtinck Stede den Huijse Bredevoort Vierdenhalven stuijver thins und twie paer hoender, Und der Kercken t' Aelten haer geboer ende wass Jaerlix, und den Heeren sijnen gewontlicken denst sampt gemein beswaer. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer respective goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 409 fol. 17v-18v

Mercurij 13 Maij 1640 - Stattholder Frans Moselage, Cornoten Johan ten Brincke, Johan Nachtegall, Herman Huijninck.
Erschenen Margriete Mächtes nagelatene van zal. Peter Evertz mit Johan Grievinck ondervoogt tott Aalten, haeren hiertoe erkorenen und toegelatenen Mombars, die bekande mit authoriteit hares Mombars vorss.,voor sich und haren erven uht cracht van sekere obligatie in dato den eersten Maij Anno sestijnhondert Drieundtwintich under zal.Peter Evertz und haer comparantinnen handen und respective Marcks, van haer und den gerichte geagnosciert, rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben ahn Warner Eppinck Jenneke eheluiden und haren Erven tijn daler, den daler ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, jaerlix op Meij Philipi und Jacobi und op Meij sestijnhondert Eenundviertich eerst toe verschijnen, stellende daervoer t' onderpande haer huijs und hoff voorts alle hare goederen, ghiene uhtgesondert, om sich daeran gemelter pension, hoofftsum sampt Kosten und schaden mit pendongh nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een halff Jaer te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij viertijn dagen daernae onverhaelt, mitte summa van twiehon-dert daller in twie terminen Jaerlix mit hondert dall: te loesen. Alles bij peen van pendongh als vorschreven. Sonder exception und argelist.
Naast deze acte staat op f. 70 v: Anno 1656 den 11. Maij bekande Willem Eppinck, zal. Rosier Lohmans Son wonende op Eppinck, dat Herman Evers und Gerritken Huijninck eheluide hem dese Summa ter presentie van Jan ten Brincke coernoot affgeloeset ende betaelt hadde.
Erschenen Warner Eppinck Jenneken eheluiden die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Peter Kremer Anna eheluiden und haren erven, haer verkoeperen huijss inden Darpe Aelten inden Nederstrate, mit eener sijdt naest Lubbert Hoevincks huijss, mitter ander an Henrick Hetterscheijs grondt gelegen, voor ande strate, achter an Derick Bredthouwers grondt schietende, gestalt sie Verkoepere t'selve van Jan Schaers angekofft, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden gemeen beswaer, Deses erfflick gecediert und uhtgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, Sonder exception und argelist.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 411 fol. 70v-71v