Jan Sluijsen

Rotger married Gertken van Basten Bef 1617. [Group Sheet]

Notes:

20 november 1617:
Verkoop dor Herman van Basten, Johan und Gert Lebbinck als mombare van zal. Rotg. Sluijsens, Gertken van Bastens ehel. nagelatenen minderjarige kinderen Fenneken und Jan genant, aan Johan Hulsen, Agnes sijn huijsfrouw, van dat alinge andeell, quota und gerechticheit des Dieterincks broecks, tot ongefehr anderhalf eckermaell, so als het selve Rotg. Sluijsen, Gertken van Basten ehel., tijt hares levens toegestanden, sijnde die vierdedeell van Maes und Bastens grondt des Dieterincks broecks, inden kerspel Wenterswick boerschap Meddehoe bij Maes huijs gelegen.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 390 fol. 63r en v

28 maart 1623:
Fenneken Sluysen mit Diederick Dijnberch van Rhemen und Herman van Basten haar ohmen, als verordente mombaren van Johan Sluysen, haerer Fennekens broeder, bekennen verkoft te hebben aan Warner Romp, Lysbet Roeijen(?) ehel. tegen averlatong anderer onderscheidtlicher rent- und pantverschrijvingen, die halfscheidt van een renteerschrijving van 12 joachem dll. und 15 enckel rijder gulden d.d. 2-12-1545, waervan Warner Romp die andere halfscheitt toestendich, sprekende up het erf und goet Balckenschot in Meddehoe.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 396 fol. 15r en v

28 maart 1623:
Warner Romp, Lijsbet Roeijen(?) ehel., verklaren tegen averlatong eener renteverschrijvong opt Balckenschot sprekende, verkocht te hebben aen Fenneken und Johan Sluijden
1. die gerechte halfscheidt van een rentebrieff van 3 cuhrfurster goltgl. jaerlix d.d. 1440;
2. een rentebrief van 4 molder roggen renten jaerlix d.d. 22-2-1554;
3. een rentebrieff van negendenhalven dll. renten jaerlix d.d. 28-1-1587;
4. een pantverschrijvonge vande Loijckinck diepe moersch, staende mit 25 goltgl. toe losen d.d. 1539;
5. een willebrieff vande Loykinck Brack, staende mit soeven goltgl. und 3 goltg. toe losen anno 1535;
6. een hantschrift van 25 dall., daermit twie besegelde brieffe, resp. opte Wensinck mate en opte Braeck sprekende d.d. 1574; alle op het erff und guet Loijkinck, inden kerspell Wenterschwick, buerschap Meddehoe gelegen.
Bron: Luiting: RAG; RABvt inv.nr. 396 fol. 16r en v

Frederik — Maria Dienberch van Rhemen. [Group Sheet]

Notes:

4 juli 1615: Peter Lansinck mede namens Elijsabeth Brinckes, wed. Gerhardt Lansinck sijn vader, Jois Lansinck, voor sijn susteren Anna und Hendersken Lansing, eens,
und Sweer ter Woort, voor sich en Herman van Eybergen X Mechtelt ter Woort, Rotger Sluysen als schoonsoon van Fredrich van Basten anderdeels,
die verklaarden dat gl. Gerhardt Lansinck als cessionaris van sijn suster Aalken Lansincks und Margriet Platvoets wed. Henrick Lansinck tegen obg. Fredrich van Basten slg. sampt Sweer und Herbert ter Woert, und Herman van Eybergen wegen drie vierdendeelen der Bastens behuising und hoff inde darpe Wenterswick, it. ein derdendeels des erf und guet Hijinck und daertoe behorende cavenstede inde kerspel Winterswick buerschap Huppel, voorts alle landerijen so sal. Bernt van Basten Jansz. nagelaten. etc.
Bron: ORA Bvt inv.nr. 388 fol. 39-40

Herman — Wendele van Voirst. [Group Sheet]