Achterhoek Ancestors

Stijnken Oosinck

Female 1693 -


Generations:      Standard    |    Vertical    |    Compact    |    Box    |    Text    |    Ahnentafel    |    Fan Chart    |    Media    |    PDF

Generation: 1

  1. 1.  Stijnken Oosinck was christened 04 Nov 1693, Winterswijk (daughter of Lucke Oosinck and Fije Lerinck).

Generation: 2

  1. 2.  Lucke Oosinck was born Bef 1649 (son of Jan Oosijnck and Jenneken ten Damkott).

    Lucke — Fije Lerinck. Fije (daughter of Jan Lerinck) was born , Vreden. [Group Sheet]


  2. 3.  Fije Lerinck was born , Vreden (daughter of Jan Lerinck).
    Children:
    1. Gertt Oosinck was christened 01 Apr 1677, Winterswijk.
    2. Jan Oosinck was born Between 1672 and 1680, Winterswijk.
    3. Jan Oosinck was christened 1682, Winterswijk.
    4. Geertt Oosinck was christened 1685, Winterswijk.
    5. Engele Oosinck was christened 02 Jan 1688, Winterswijk.
    6. Berendeken Oosinck was christened 16 Dec 1690, Winterswijk.
    7. Berendeken Oosinck was christened 04 Jun 1692, Winterswijk.
    8. 1. Stijnken Oosinck was christened 04 Nov 1693, Winterswijk.


Generation: 3

  1. 4.  Jan Oosijnck (son of Geerdt Oissinck and Hilleken).

    Jan married Jenneken ten Damkott Bef 1662. [Group Sheet]


  2. 5.  Jenneken ten Damkott (daughter of Geert ten Damkotte and Mechtelt).
    Children:
    1. 2. Lucke Oosinck was born Bef 1649.
    2. Berent Oosijnck was christened 21 Dec 1651, Winterswijk.
    3. Trijnken Oosijnck was christened 26 Dec 1654, Winterswijk.
    4. Aeltjen Oosijnck was christened 21 Jun 1657, Winterswijk.
    5. Hendrickjen Oosijnck was christened 23 Apr 1660, Winterswijk.
    6. Jenneken Oosijnck was christened 25 May 1662, Winterswijk.

  3. 6.  Jan Lerinck
    Children:
    1. 3. Fije Lerinck was born , Vreden.


Generation: 4

  1. 8.  Geerdt Oissinck (son of Jan Schulten Oosinck).

    Other Events:

    • : olden schulte Oissinck

    Geerdt married Hilleken Bef 1655. [Group Sheet]


  2. 9.  Hilleken

    Notes:

    Eodem 18. Decembris 1638 - Stattholder Franciscus Moselage, Cornoten Jan ten Berge, Peter Cloeck.
    Erschenen Geerdt Schulte Oissti(ninck) voer sich sijn huijsfrouwe unnd Erven, daervoer de rato caverende, und hefft op alsodaenigh Jus, recht unnd gerechticheit alss hij van den WelEdlen gestrengen unnd Vesten Henderick van Eck toe Haerseloe und Meddeler, opper Jegermeister van Vehluwen, in krafft van sijn welEd. voer den Edelen Hove van Gellerlandt erholdener Sententien unnd darher in A 1633 erstandener gerichtlijcker Kerssenbrandts execution und Distraction opt Erve unnd goet Ostininck in den Herlicheit van Bredeforth, Kerspell van Wentersswick buirschap Cathen gelegen, geacquirert unnd verworven bester gestaldt rechtens gerenunciert und vertegen unnd t'selve sijn Jus vorschreven wederom den Goddes Huijsse unnd Conventualen toe groeten Buirloe cediert, transportiert unnd opgedragen gelijck hij renunciert, vertiggt, cediert, transportert unnd opdragt hiermede unnd krafft dieses, Sonder eeniger hande exception, bedrogh unnd Argelist.

    Erschenen die Wurdige ahndegtige unnd Veelgelerde Here Joannes Volmer Prior ten groeten Buirloe voer sich, unnd in nahmen der saementlicken Conventualen dess Goddes Huijsses toe Groeten Buirloo ihn den Stift van Munster, daervan ratificatie beloffde bitebrengen unnd bekande in qualiteit vorschreven voer eene welbetaelte Summa geldes underbenoembt, derwelcke Comparanten sich vermitz deser gueder Vollenkomener betalungh bedancken dede, bester und bestendichster gestaldt rechtens in Pandtschap sampt Rostlijck(en) vredsamen besidt nuts unnd gebruijck avergelaten unnd (ver)kofft te hebben, averlieten unnd verkofften hiermith (und in krafft) deses, ahn Gerdt Schulte Ostninck sijner huijsfrouwe unnd erven haer Erve unnd guet Ostninck in dieser Herlicheit van Bredefoorth Kerspell van Wenterswick buirschap Cathen gelegen mitt sijn toebehoer unnd gerechticheit voer doerslechtich kummerfrij guidt, Vorbeholtlick gewontlick beswaer, mitt conditie, infall eenigh Versterff geduijrende dese Pandtschap op Ostninck viele, dath Conventualen daervan geen vordell hebben sollen, Deses in qualiteit voorschreven gecediert und uthgegaen, daerop mit handt unnd monde, renunciert und vertegen, waerschap, ferner und beter verschrijvongh gelaefft nae Landtrechte. Die loese een Vierendeel Jaers te voeren toe verkundigen voerbeholden und demnae op Martini, Viertijn dage daernae unverhaelt, met die Summe van Elffhundert Vijff und Dartich Daller, den daller ad dertich str. den str. tott 15 placken gerekent, te loesen und quijt te koepen. Allet sunder exceptie und argelist.
    In de marge: NB. Anno 1645 den 8. Maij bekande Welgemelte Prior noch van Schulte Oissinck ontfangen te hebben hondert daller ende den vorschreven Pandtpenninck daermede verhoeget, alles vermoge Protocols in dato vorschreven. J. Wisselinck, Landtschrijver .
    Bron: RAG, RABvt inv.nr. 410 fol. 93, 93v

    8 mei 1645:
    Jovis 8 Maij 1645 - Stattholder Joost ter Vile, Rentmr. Cornoten Cornelis Smitz Adrian Poppinck Herman Smitz
    Erschenen die Weerdige, Ahndechtige und Welgelehrde Heere Johannes Volmer, Prior ten Groten Buhrloe, voor sich und in nahmen der samentlicke Conventualen des Goddes huijses toe groten Buhrloe, die bekande in qualiteit voorschreven, dat hem Geert Schulte toe Oistinck Hilleken eheluiden, op ende boven den Pandtpenninck ter Summen van Elffhundert Vijff und Dertich dal., ad dertich stuiver t'stuck, waermede gemelte guet Oissinck, an Geert Oissincks, vermoge Protocols ende Versegelongh in dato den den achtijnden dach Mae(n)ts December Sestijnhondert Acht und Dertich verpandet ende in t'gebruick gedaen, noch hondert dergelicke vorschreven daleren verstreckt, ende gemelten Pandtpenninck daermede verhoeget ende vermeerdert hedden, staende also duckgemelte goet numeer mitte summa van Twaelffhundert Vijff und Dertich Dall. te loesen, alles conform vande clausulen der origineell Verschrijvongh. Sonder exception enden argelist.
    Voorts in voorgemelter qualiteit bekande welgemelter Heer Prior dat Wilhem ten Grunde die Pandtschap opt Erve ende guedt ten Grunde ter Summen van Duijsent Vijff und Viertich dall., ad 30 stuiver t'stuck, vermoge Protocols ende gedane Versegelongh in dato 1638 den achtijnden December hem mit hondert dall. gelijker dalers als vorschreven verhoeget ende vermeerdert hedde, staende nuvoort gemelte guedt Grunde mitte Summa Elffhundert Vijff und Viertich dall. te loesen. Alles wijderen inholdts der origineell Verschrijvongh. Sonder exception enden argelist.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 414 fol. 57, 57v

    3 mei 1647:
    Lunæ 3 Maij 1647 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Cornoten Peter Cloeck Johan ter Woort.
    In marge: A 1653 den 12. Maij bekanden Jan Haeffkens als schoonsoon ende Volmachtiger van de Wed. wijlen Lubbert Brussen dat hem Jan Oisisinck ondergemelte twiehondert Dall. neffens allen Interesse, vollenkomentlick affgeloest ende betaelt hedde. Ergo Vacat.
    Erschenen Geert Schulte Oissinck, Hilleken eheluide die bekanden voor sich und haeren erven voor eene walbetaelte Summa geldes onderbenant rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Lubbert Brussen Aelken Brethouwer eheluijden und haeren (erven), Twelff dall:, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott Vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij Philippi et Jacobi viertijn dagen voor offt nae und op Meij des Jaers Sestijnhondert Acht und Viertich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande haere geheel pandtverschrijvinge vande Geldersche Weijsche, so sie vande Heeren Conventualen tott Groten Buerloe, in pandtschap bekomen ende in gebruijck hebben, Voorts alle harer gereide ende ongereide gueder, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh erleden und angewendt mit pendongh nae Landtrechte te verhalen.
    Die Loesse een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. obgemelter geweerden, toe loesen. Alles bij pone van pendongh alss voorss. Sonder exception und argelist.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 415 fol. 51, 51v

    21 april 1655:
    Geerdt olden schulte Oissinck, Hilleken sijn huijsfrouw, willen voorbeholden die tugt uijt Oissinck in den kerspell van Wenterschwick buhrschap Cathen gelegen, so als dieselve der comparanten vaeder zl. Johan Schulte Oissinck in sijn oldendomb gebruijckt heeft, te weten die lijftucht wohninge, dogh bij sijnen kinderen int huijs te blijven, off daervan te trecken nae believen, en gebruicken alsodanige landerijen als in voortijden bij die lijfftucht sijn gebruijckt worden, te weten dat Haekenstucke schietende ahn Hunders Haekenstucke, t welcke haekenstucke comparanten jharlix seij aftrecken sollen, en daertegens oock t'opgenomen beswaer daer op staende uitrichten en draegen. Item dat Kloetken und den geheelene lijfftuchtes gaerden, met het maedeken geheeten dat hoeij buycken? Ende dannoch den angekoften nieuwen kamp, een hoekesken? grundtes van ten Grunde afgekofft, een stucksken angekoft landtes langes den graven liggende mitt noch een stuckscken landtes geheten dat Roelinckes baedeken? van den Graeff van Bentheim angekofft. Noch sollen comparanten mede twie roheve? ende een kalff moegen holden ende gaen laeten ter plaetsen daer sijn soons besten gaen en geweijdet worden.
    Daertegens comparanten eheluijde, ahn haeren soon Johan Oisinck, desselven huijsfrou und erven hebben avergegeven cedirt ende transportiert gelijck sij avergeven, cedieren ende transportieren bij desen, het alinge erve ende guedt Oissinck.
    Bron: Gelders Archief, ORA Bredevoort (toegang 0136) inv.nr. 419 (volontaire protocollen 1655-1656), f. 11, 12

    Children:
    1. 4. Jan Oosijnck
    2. Toebe Oissinck
    3. Trijneken Oissinck
    4. Jenneken Oissinck

  3. 10.  Geert ten Damkotte

    Geert married Mechtelt Bef 1640. [Group Sheet]


  4. 11.  Mechtelt

    Notes:

    1 mei 1640:
    Veneris 1 Maij 1640 -Stattholder Jan ten Berge, Cornoten Peter Cloeck Joan Wisselinck
    Erschenen Jenneken und Wessel Bouwers, respective Moeder und Sohn und hij Wessel de rato cavierende voor sijn huijsfrow Jenneken die bekanden respective voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft ahn Geert ten Damkate Mechtelt sijner huijsfrouwen und haren erven, Tijn daler, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent,:, jaerlix op Meij Philippi & Jacobi toe verschijnen, stellende daervoer t' onderpande den Telgenkamp und Die Mechtelsshorst in die Bouwersstede gehorich gelegen, Voorts alle hare gereide und ongereide gueder om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, mit pendunge nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij Philippi & Jacobi viertijn dagen daernae onverhaelt mitte summa van twiehondert daler, eens offt in twie terminen jaerlix mit hondert daler. te loesen. Alles bij pone van pendongh als voorschreven. Sonder exception und argelist.
    Naast deze acte op fol. 69v: Anno 1649 den 28. Julij bekande Geert ten Damkate dat Wessel Bouwers hem dese summa betaelt. Ergo Vacat.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 411 fol. 69v, 70

    4 juli 1642:
    Berent Jonen die Jonger, verkoopt Geert ten Damkate Mechtelt eheluide und haren erven Tijn Daler, den deler ad dertich str. den str. tot vijfftijn placken, gerekent, jaerlix op Meij, und op Meij des jaers 1643 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne gereide und ongereide goeden, te loesen met twiehondert daler.
    Marge: Anno 1649 bekende Geert ten Damkate dat Berent Jonen hem dese summa affgeloest ende betaelt ergo vacat.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 413 fol. 23v

    11 november 1648:
    Sabbati 11 Novembris 1648 - Stattholder Joost ter Vile Rentmr. Coornoten Peter Cloeck, Johan ter Woort.
    Erschenen Coepe Hellekamp, die bekande voor sich, Henderick sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende und sijnen erven, voor eene welbetaelte Summa geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt sijner huijsfrouwen und haren Erven, Vijff dall:, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij und op Meij des Jaers sestijnhondert Negen und Viertich eerst te verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne gereide ende ongereide gueder, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder und kosten mit pendinge nae Landtrechte te verhalen, Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Hondert Dall. obgemelter gewerden, te loesen. Alles bij peen van pendinge als voorss. Sonder exception und argelist.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 416 fol. 22v, 23

    Veneris 13 Aprilis 1649 - Stattholder Joost ter Vile RentmrCoornoten: Peter Cloeck, Jan ter Woort
    in de marge: A 1668 den 17. Januarij erschenen J. Oossinck als Schoonsoon van zal. Geert ten Damkotte ende bekande dat dese verschrijvinge ten volle betaelt sij van Behrendt(?) Weeninck, Ergo Vacat, T. Bronckhorst Landtschrijver
    Erschenen Jan Schulte op Wehninck, Enneken Wehninck Eheluide, Ingesetene des Ambtes Bocholt Burhschap Bahrle, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welbetaelte Summa geldes ondergemelt, /: so tott behoeff gemelter Buhrschap Bahrle opgenomen : / rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt eheluijden und haeren erven, Sess dall., den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op St. Johan inden winter und op St. Jan Midwinter desese 1649. Jaers eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle hare gereide und ongereide goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh angewendt, mit pendinge nae Landtrechte toe verhalen, Die Loesse een Vierendeell
    fol. 33 v -Jaers te voeren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae mitt die Summa van Hondert Dall. obgemelter geweerden, toe loessen. Alles bij pone van pendinge alss voorschreven Sonder Exception und argelist.
    Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 416, fol. 33

    28 juli 1649:
    Erschenen Warner Schmeinck, die bekande voor sich und sijnen erven voor eene welontfange Summa geldes ondergemelt,
    rechter Jaerlixer pension avergelaten ende verkofft te hebben an Geert ten Damkate Mechtelt eheluijden und haren erven, Tijn daler, den dall. ad dertich stuijver, den stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Jacobi und op Jacobi des Jaers sestijnhondert Vijfftich eerst verschijnende, stellende daervoor t'onderpande sijn Erff ende goedt Schmeinck inden Kerspel Wenterswick gelegen, voorts alle sijne goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden mit pendinge nae Landtrechte te verhalen. Die Loesse een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen beijdersijts voorbeholden und demnae op Jacobi, viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. obgemelter gewerden, te loesen. Alles bij pone van pendinge alss voorschreven, sonder exception und argelist.
    Bron: RAG: Ora Bredevoort inv.nr. 416, fol. 51, 51v

    22 juni 1654:
    Verkoop door Geerdt ten Damkate, Mecht ehelieden, aan Dries van Eerden, Elsken ehelieden, van een cathstede die Lochte genant, in den kerspel Wenterswick bourschap Medehoe, mit eener sijdt an Boex velt, mitten ander aen coepers landt gelegen, mitt enen ende an Herbert Geerdts goorden, mitten anderen ande Slippe schietende, mitt derselven toebehoer und gerechtigheit.
    Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 418, fol. 96r.

    Geerdt en Mechtelt waren dus tot 1654 eigenaar van de Lochte. Deze boerderij was bij de verponding van 1640-1650 ook al in het bezit van "Damkaete".

    Mogelijk heette Geerdt eerst Heminck, gezien de volgende aankoop van de Lochte:
    5 mei 1636:
    Verkoop door Johan ter Lochte, Anna ehel., item Maria und Hendersken Lochte mit Thijs ten Rowkamp und Henrick Schepers hare oems und erkooren mombars, aan Geerdt Heminck, Mechtelt ehel., van haer verkoeperen cavenstede die Lochte genant, inden kerspel Wenterswick buerschap Medehoe, utsschen Berckell ind Slippert woningen gelegen, voor durchschlechtig und kummervrij, uthbescheyden een stuck landes ongefehr van een schepel garsten geseys, Barckel Dierick toestendich, item den huijs thoe Bredevoert 4 stuver weiniger een oort thins und lijfdienst und der kercke to Wenterswick 6 stuver op Martini.
    Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 409 fol. 21v

    Children:
    1. 5. Jenneken ten Damkott



Library z-lib z-library zlibrary project