Garrit Jan Lieverdink

Other Events:

• : Grevink

Notes:

Hendrik betrok, evenals zijn vader, diverse functies binnen de hervormde gemeente. In 1788 was hij diaken en in 1798 provisor van de kerk in Winterswijk.

Died:
Inschrijving Hendrik Leferdink, 70 jaar oud, op Grevink in Miste, gehuwd geweest en zes kinderen nagelaten.

Hendrik married Gesiena van Eerden 21 Dec 1783, Winterswijk. Gesiena (daughter of Willem van Eerden and Christina Elisabeth Elink) was christened 08 Mar 1758, Winterswijk; died 04 Dec 1827, Winterswijk. [Group Sheet]

Other Events:

• : Grevink (in 1826/1827 eigenaresse van de boerderij)

Notes:

Hendrik heeft veel kinderen verloren. Van de kinderen uit zijn eerste huwelijk zijn er minstens drie jong gestorven. Op 7 maart 1768, 28 februari
1770 en 12 augustus 1772 werden er kinderen van Hendrik Leefferdink begraven.
Geesken Grevink overleed op 7 februari 1775. Zij was toen 38 jaar oud. Hendrik bleef achter met vier kleine kinderen. Om deze reden is het verwonderlijk dat hij pas acht jaar later met Gesiena van Eerden trouwt. Ook van hun kinderen worden er een aantal niet volwassen. Hendrik kan nog vijf keer een kind naar het graf brengen. Op 8 maart 1793 wordt er een kind van hem begraven, op 21 mei 1796 twee kinderen, op 16 mei 1802 en 17 december 1803 wordt er ook een kind begraven.
In 1784 komt Hendrik voor op de lijst van weerbare mannen van Bredevoort. Hij woont dan in Miste in Winterswijk.
In het eerste bevolkingsregister van Winterswijk is goed te zien wie er in die tijd allemaal op boerderij Grevink woonden. Zoon Harmen Jan uit het eerste huwelijk had na de dood van zijn vader de boerderij overgenomen. Hij sterft echter op 2 maart 1825. Zijn halfbroer Gerrit Willem neemt de boerderij van hem over. Deze trouwt later met een dienstbode van Grevink, Berendina Wamelink.

Bron: Das Lib. Gifte Miste rot 1, nr. 14a en bevolkingsregister Winterswijk

Other Events:

• : Leefferdinck

Notes:

Bij de verkoop van kerkenbanken op 15 Oct. 1739 koopt Berent één van de vijff gesitten waaruit nummer 31 bestaat, sijnde den Heer van oedings Mans Banke bestaat in no. 31. NB hier van sal jeder gesit apart verkoft worden en bij de vijf koperen sonder onderscheijt bestaen worden. Een plaats in deselven B.Lieferdink 26-0-0.

In Febriary 1759 heeft Berent Lieverdink wegens zijn overleden vader Harmen te Gronde aan de diaconie begeerte gegeven 100-0-0.

Berent heeft ook diverse functies binnen de hervormde kerk vervuld. In 1757 was hij diaken en 1766 provisor van de kerk te Winterswijk.

Bron: Das aantekeningen betreffende de Jacobskerk en oud diaconieboekje

Berent married Stijntje Wissink 17 Jul 1732, Winterswijk. Stijntje (daughter of Jan Kosink and Stientje Wissink) was christened 23 Aug 1716, Winterswijk; was buried 29 Dec 1796, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Op 16-3-1774 heeft de weduwe van Berent Lieferdink aan de diaconie gegeven 300-0-0 en voor een jaer rente van die penningen 9-0-0.

Buried:
Zij is begraven als de weduwe van Berent Lieverdink.

Notes:

25 oktober 1736:
Christiaen Jacob Brunstering, weduwnaar erfuijter en boedelhouder van wijlen Anna Margrieta Laerberg, vooerts de egteliuijden Harmen Schoemaker en Janna Wendelina Laerberg, bekennen voor een wel en te danke betaelde somma geldes in specie, mede ten reguarde der onmundige kinderen van voornoemde C.J. Brunstering, in een steden vasten en onwederroepelijke erffkoop gecedeert en opgedragen te hebben aan Berent Lieferink en Stijne Wissink egteluijden, hun eijgendomlijke halve Romps sak- en bloedigen tijende gaende uijt de goederen Roerdink in Meddehoe, welke al nu door Samberg in het Dorpboer wort betaelt, voorts uijt Beernink, Lammerdink, Garverdink in Meddehoe, Hijink en Rennerdink in Huppel, Deunk in Brunkheurne, Honesch en Groters in Dorpboer, gelijkfals mede den bloettiende hier vooren uijtgedrukt gaende uijt de goederen Roerdink en Beernink in Meddehoe, Strake en Rennersink in Huppel, soo en als bloettiende is en wort betaelt, uijt Roerdink in Meddehoe in 't geheel ses schepel rogge, Beernink drie schepel rogge, Honesch in 't Dorpboer 1½ schepel rogge, Lammerdink 3 schepel rogge, Rennert 4 schepel en een spint rogge, nog een molder en een spint boekweijte, Hijink 3 schepel rogge, Garverdink 1½ schepel rogge en Deunk 3 schepel rogge, Groters 1½schepel rogge, te samen voor de halfscheit in koorn uijtmakende 7 molder en 3 schepel, een en ander conform de op 21 juni 1736 opgerichte koopbrief.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 439

21 juni 1737:
Dr. Satink als gemagtigde van de heer Johan Anton van Graes, heer tot de Loborgh, Diepenbroek, Patzeler, Geisterholt en Nienborgh en ehevrouw vrouwe Johanna Francisca van Elmendorph, bekent gecedeert en overgedragen te hebben aan Berent Lieferdink en Stijne Wissink egteluijden, het goet en erve Warrierdink beneffens de daer toe behorende tiende, in Meddehoe, met huis, hoff en allen getimmer, lant, sant, hooij- en weijdegront, holt, bos en bosgrond, inslag en plaggenvrede, en zulks conform de op 7 juni 1737 opgerichte koopbrief.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 439

Op 13 juli 1754 maken zij hun testament op.

Berent en Stijntje hebben op boerderij Leefferdink in Ratum gewoond. Zij woonden hier ook tijdens de Liberale Gifte van 1748.

Berent Leferdink 42 jr. / vrouw Stijne 31 j. / Soons Jan 11 j. / Hendrik 9 j. / Gerrit 6? j. / Dogters Geesken 13 j. / Janna 4 j. / Vader Harmen 68½ j. / Knegt Hendrik 50 j. / Maagd Beerndine 18 j. / 2 paarden.
vrouw: Stijntjen Wissink / 6 kinder onder de 16 j. / Eedt gedaan en 1e termijn betaelt / Harmen te Gronde op Lieferdink wedr. van Geesken Lieferdink / heeft daarvan 3 kinder, alle over de 16 j. / die haer eygen saken doen / Eedt gedaen en 1e termijn bet. mede voor sijn knegt Hend: Kossink iets gegeven - vertrokken.
Hieruit kunnen we afleiden dat Berents vader Harmen te Gronde in 1748 bij hun inwoonde nadat zijn vrouw al overleden was.

Van dochter Aaltjen is een huwelijkscontract bewaard gebleven. Op 3 mei 1766 is Gerrit Jan Gelink, zoon van Jan Hendrik Gelink en Gertruid Hijinck. De akte begint plechtig en er is een duidelijke regeling in geval van ontijdig overlijden. De morgengave voor de bruidegom werd vastgesteld op f 1500,- en voor de bruid f 1000,-. Dit betekent dat de bruidegom bij het overlijden van de bruid f 1500,- uit de gemeenschappelijke boedel krijgt. Andersom krijgt de bruid bij overlijden van haar man f 1000,- uit de gemeenschappelijke boedel. Waarom het huwelijk wordt aangegegaan wordt duidelijk meegedeeld. 'Kennelijk en te weten sij hier mede, dat ter Eeren van God Almachtig, tot vermeerderinge der Christenheit en tot Voortplanting des Menschelijken Geslagt....enz."

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort repertorium Kotten, Das Lib. Gifte Ratum rot 1 nr. 12, 'Wenterswick is Minen Naem' van G.J.H. Krosenbrink, blz. 190

Notes:

Willem was in 1769 diaken in de kerk van Winterswijk. Hij ondertekent dan als 'Wijllem van Eerden diacon'. In 1776 werd hij benoemd tot kerkmeester. Bron: Das gegevens St. Jacobskerk, oud diaconieboekje

Willem married Christina Elisabeth Elink 22 Jun 1755, Winterswijk. Christina (daughter of Geert Elink and Josina Wissink) was christened 18 Jan 1741, Winterswijk; died 08 May 1817, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Died:
Volgens de akte was ze 80 jaar oud toen ze stierf. Dit komt niet overeen met haar doopdatum. Daaruit blijkt dat ze 76 was toen ze stierf.

Notes:

Willem en Christina woonden op boerderij van Eerden in Meddo. Van de elf kinderen die zij kregen zijn er vijf jong overleden. Zij werden begraven op de volgende dagen: 16 februari 1765, 27 april 1770, 9 februari 1771, 3 maart 1775 en 29 mei 1779.

21 maart 1781:
Janna Geertruid ter Beurse, weduwe van wijlen Teunis van Eerden, geeft over invantaris des boedels. Tot mombairen over de 2 minderjarige dochters Gezina en Dela van Eerden worden aangesteld Willem en Jan Berend van Eerden. Maaggescheid: De moeder behoudt in eigendom de geregte halfscheid van het stukke bouwland op den Hengsel Esch, voorts de gehele inboedel des huijzes, kosten en kasten, bedden en bult, levendige havens, gezaaij, mest en mestregt. Zij krijgt ook de voordelige boedelschulden en zal alle alstige schulden betalen. Edog de moeder zal verpligt zijn, als eene van de dogters komen te trouwen, den inboedel en de bouwerije, mits zoo in order als nu, aan die tegens dien prijs over te zetten als op den inventaris van den 17 Martii 1781 uitgedrukt is. Verder krijgen de 2 minderjarigen de wederhalfscheid van het stukke bouwland op den Hengselder Esch. Als zij 20 jaar zijn krijzen zij voor vaders goed f 550-10-10- en haar vaders kiste, de klederen en linnen tot zijn lijf gehoord hebbende. De moeder zal voorts de kinderen verzorgen in eeten en drinken etc.
Bron: Luiting, RAG: RABvt inv.nr. 543 f 381r tm 383r

Christina Elisabeth komt in 1784 voor op de lijst van weerbare vrouwen van Bredevoort. Ze woont dan in Meddo.

Hun oudste zoon Jan Willem neemt de boerderij over. Broer Andries en zus Josina wonen als dienstboden bij hem in. Jan Willem valt in 1832 onder belastinggroep 15, verder onder groep 14.

In 1814 komt hij op de lijst van verdienstelijke leden van de kerk voor. Hij wordt op 8 december 1824 genomineerd als notabele van de kerk. Hij was ook ouderling of diaken.

Op 19 oktober 1826 staat het volgende vermeld in de lijst van Liefdegaven aan de Diaconie: ' Eene gifte van de Broeders en Zusters van Eerden uit Meddeho bij het overlijden van Josina van Eerden hare Zuster.' Zij geven f 25,- aan de diaconie.
Al eerder heeft de familie geld afgedragen aan de diaconie. 'In december 1753 van Dries van Eerdens ouste soon ontvangen twintig gl, komende van sijn Oom Wijl: Derk van Eerden.' Met deze zoon wordt Willem van Eerden bedoeld.

Bron: Das Lib. Gifte Meddo rot 4 nr. 15, aantekeningen uit een oud diaconieboekje, gegevens St. Jacobskerk, Lijst van weerbare mannen en vrouwen Bredevoort inv.nr. 387

Other Events:

• : Leefferdink

Notes:

Jan Leeffert in Ratum heeft op zijn ziekbed aan de diaconie gegeven f300,-, gerichtelijk gevestigd in eenige landerijen onder het Erve Onninck in Ratum. Erfgen. van J.Leeffert, Harmen te gronde heeft een kleyn weijdeken un gebruik 't welke mede verbonden is aan de Diaconie.

Harmen Liefers is in 1744 provisor van de kerk in Winterswijk. In Febriary 1759 heeft Berent Lieverdink wegens zijn overleden vader Harmen te Gronde aan de diaconie begeerte gegeven 100-0-0.

Herman — Geesken Lieferdink. Geesken (daughter of Berent Lieferdink and Alken Lijntum) was born , Ratum; was christened 1673, Winterswijk; was buried 28 Mar 1716, Winterswijk. [Group Sheet]

Other Events:

• : Leefferdink

Notes:

Harmen trok na zijn huwelijk bij Geesken in op Leefferdink. Hun kinderen noemden zich Leefferdink.

Op 21 mei 1700 kopen ze de halve Winckelscamp van Jasper Oenck en zijn vrouw Jenneken Niers. Op 20 oktober 1707 verkopen Jan te Winkel met zijn vrouw Aalken en Herman te Gronde met zijn vrouw Geesken Leeverdink aan Berent Dulmes en vrouw de Winkelkamp met den eenen eijnde na Sijverskamp, met den Koebosch en al het Venne daarbij gehoorende, etc. Voorts den halven Winkelskamp schietende met den eenen eijnde an de Swarte stegge en het ander eijnde an het Sijvers-veentje met de daartoe specteerende plaggenvrede etc. in Brinkheurne die eerder van t Goedt Oinck zijn gekoft. Nog diezelfde dag gebruiken Berent Dulmes en zijn vrouw de Winkelkamp als onderpand voor een lening van 300 Carolus Guldens.

Op 16 mei 1709 verkopen Hendrik Dulmers en zijn vrouw Aeltjen ten Broek en Berent Dulmers met zijn vrouw Dersken Lutjenkossink aan Sinjeur Abraham Hoefkens een huis. Het huis op het Swarte Kempken met die daertoe specterende bouwgrond en de landerijen namentlijk het meeken en de swartenkempken ende gaerden lant ende aen het huys geleegen voorts den geheelen Winkelkamp met den Koebosch ende al het Veene daerbij gehoorende ende als sulcx van Herman te Gronde en Jan te Winkel aen de Cedent in eijgendom is opgedragen, etc. Vrij, allodiaal.

Harmen en Geesken kregen minimaal vijf kinderen, voor Geesken in 1716 stierf. Minstens twee van hun kinderen zijn niet volwassen geworden. Op 2 februari en op 18 mei 1717 worden kinderen van Harmen Leefferdink begraven in Winterswijk.

Op 4 oktober 1710 verkopen Dr. Satink en zijn vrouw Mechtelt Poppink hun aandeel van het Goed Verink in Cotten aan Harmen te Gronde op Lieferdink

4 oktober 1719:
Dr. Satink X Mechtelt Poppink verkopen aan Harmen te Gronde op Lieferdink hun aandeel van het Goed Verink in Cotten.

Op 13 november 1723 wordt Herman ten Gronde beleend met het erve en goed Hoykink. Op 13 juni 1741 draagt hij dit leen over aan Harmen Rosen.

Harmen hertrouwt op 2 april 1724 met Henders Wissink, weduwe eerst van Harmen Roosen, met wie ze op 1 maart 1689 trouwde, en laatst van Wijnolt Koops, waarmee ze op 15 april 1694 trouwde. Ze was op 6 januari 1672 gedoopt als dochter van Roelof Roosen en Stijntje Wissink, zie kwartiernr. 1356 x 1357.

3 juli 1727:
Opdragt van de Pelkwijks matenkamp met den plaggenvrede daertoe gehorende, gelegen met het eene einde naest het velt, en de eene sijde en het andere eijnde naest de Pellewijks mate en met de andere sijde naest Gerrit Elincks gront, door de wed. van wijlen M: Walien en haere kinderen aen Harmen ten Gronde.

24 oktober 1731:
Opdragt van 1/8 part van het Erve Hesselink met 1/4 gedeelte van het Holt met de last van verpondinge, Hofholtsgelt en tienden en sulks door Jan Hesselink dessen Soons Jan en Jan Willem Hesselink gent. aan Harmen ten Gronde op Lieferdink, etc.

8 mei 1733:
Erschenen voor mijn onderschn. Landtschrijver deser Heerlijkheit Dr.. ten Cate, speciale last hebbende van Dr. Satink dessen huisvr. vertoonde magescheit met Fredrik Antoni Poppink op de 8 deses te Winterswijk opgerigt, versoekende dat hetselve per clausulas concernentes alhier mogte worden geregistreert.
Zo gaat het een poosje verder, totdat:
waer tegens het Lot sub B: is toegevallen aen Dr. H.J.Satink en sijn huijsvr. Anna Machtelt Poppink, het halve Erve en goet Hesselink gnt. alles cum ap en dependentiis, soo en als hetselve door een kaerte tussen Harm ten Gronde, Gerrit Toebes en de oude Jan Hesselink is verdeelt.

Op 10 november 1740 vindt er een Opdragt of Cessie plaats van een halff huis en halve Hoff daer agter, staende ende gelegen op het Woerden, waer Harm: ten Gronde de wederhalfscheit toebehoort onder sekere conditie van redemptie, en sulks door Ber: Trae en sijn vrouw aen Herm: ten Gronde voornt.

2 juli 1744:
Opdragt van de Pellewijkskamp met de eene sijde naest de Pellewijks wal en de andere sijde aen den gemenen weg, die nae het velt gaet gelegen, en sucks door Me Vrou de wed. Drs. Satink Anna Mechtelt Peppink aen Harmen te Gronde op Lieferdink.

Bij de Liberale Gifte in 1748 heeft zoon Berent samen met zijn vrouw Stijntje Wissink, een achternicht van zijn stiefmoeder Henders Wissink, de boerderij overgenomen. Vader Harmen te Gronde is dan 68½ jaar en wordt weduwnaar van Geesken Lieferdink genoemd. Over zijn tweede vrouw wordt niet meer gesproken. Hij heeft dan drie volwassen kinderen. Veel kapitaal heeft hij niet gehad, want hij hoefde geen verklaring daaromtrent af te leggen.

19 oktober 1758:
Opdragt van een behuijsinge met den Hoff off Gront daer agter op het Weurden staende en gelegen, met de eene sijde naest Harm: te Grondes behuijsinge, en aen de andere halve behuijsinge aen Hendrika Bennink (weduwe Lobeek) .. sulks aen haer oom Herm: Grevink en schoondogter Berendina Weenink door Albret Grevink en sijn vrou.

Bron: Volontaire Protocollen R. A. Bredevoort, Das Lib. Gifte Ratum rot 1, nr. 2, belening 174a paragraaf 3, Das aantekeningen Volontaire protocollen Bredevoort repertorium Kotten

Other Events:

• : Wissink

Notes:

13 februari 1728:
Jan Kossink, wonende op Wissink in Miste bekent getransporteerd en overgedragen te hebben aan Hendrik Sijbink in Meddehoe, sodane rentverschrijvinge ad 100 daelders capitaels, als Hendrik Sijbink op den 16-5-1643 aan Jan Kossink, Lijsken ehelieden, heeft verkogt en overgelaten, welke rentverschrijving gevestigt is in een stuk lants drie schepels gesaeij groot in Meddehoe op den Sevinck Esch, met eene sijde langs de Sevinks Bree, met de andere sijde naest rentverkoperen landerien gelegen, met eenen einde aen Schulte van Huppels Maet, met den anderen aen Helmers goorden schietende. Bekennende comparant van voors. rentverschrijvinge soo wegens capitael als intresse voldaen en betaelt te sijn.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 438

Bij de verkoop van kerkenbanken op 15 Oct. 1739 koopt Jan één van de vijff gesitten waaruit nummer 31 bestaat, sijnde den Heer van oedings Mans Banke bestaat in no. 31. NB hier van sal jeder gesit apart verkoft worden en bij de vijf koperen sonder onderscheijt bestaen worden. Een plaats in deselven Jan Wissink 25-0-0.

Jan en Stijntje hebben boerderij Wissink overgenomen van haar ouders, die geen zoons hadden. Hun derde dochter Janna neemt samen met haar man Jan Derk Esselink de boerderij over na de dood van Jan. In 1748 wonen op de boerderij:
Jan Derk Wissink 23 jaar, Vrouw Janna 29 jaar, Moeder Stijne Wissink 54 jaar, Dogter Aaltjen 14 jaar, Knegt Jan Hendrik Wamelink 20 jaar, Item Jan Seijken? 15 jaar, Meijd Janna Orriens 30 jaar, twee paarden.

Jan Derk Esselink op Wissink, geen kinderen, Stijne Wissink Wede. Jan Kossink, 4 kinderen, 3 over de 16 jaar die getr. zijn, Meijd Janna Draejers.

Jan en Stijntje hadden veel bezittingen. Er is over hen dan ook veel te vinden in de Volontaire Protocollen van het Rechterlijk Archief Bredevoort.

Op 28 april 1763 is er een schuldbekentenis van 1800 Gulden door Gerrit te Pelkwijk en Aaltje Wissink ten behoeve van Stiene Wissink, weduwe van wijlen Jan Wissink, onder verband van haar huis en hof in Winterswijk in de Bredevoortschestraate, Den halven Meijnencamp, drie schepels zaadland op de Oeldenhuis gelegen, tussen het land van Hermanus Willink en de Cremerscamp vijf schepel zaad op den Pas, tussen het land van Adriaan Wenink en Jan Freriks op denzelven Pas nog twee schepel zaad tussen 't land van Hendrik van Gelt en Fredrik Honis ...... en een half schepel zaad op den Pas, tussen 't land van Harmanus te Pelkwijk en de wede. Derk van Wullen. Een par.... Hooijgrond in de Morsse met de eene zijde naast de kerkengrond en dan nog een vierde gedeelte van de Willinkweide, liggende drie parceelen onder het Dorpboer van Winterswijk.

Op 10 mei 1763 vindt de Cessie, donatie en opdragt plaats door Garrit te Pelkwijk en Aaltje Wissink, Eheluiden van:

1. Haar huis en Hof in Winterswijk in de Bredevoortsche straate bij haar zelve bewoont.
2. Een huis in de Meddehoschede straate.
3. Zeven en half schepel gezaai bouland op de Pas.
4. Een vierde part van de Willinkweide.
5. Een stukke hooijgrond in de Morsche.
6. Den Meinen camp en een stuk land op den Oostervoort.
7. Twee stukken bouwland op den Ooldenhuis.
8. Een gaarden bij 't Melatenhuis.
liggende alle die parceelen in en onder het Dorp en Dorpbuur van Winterswijk. Voorts aanstelling van voogden aan haar drie kinderen met namen: Joost, Jan en Catharina Jacoba te Pelkwijk, met renunciatie van haar voogdijschap over die haare kinderen. Zijnde bij den gerigte wederom over die kinderen en haar goederen tot Voogden en Administrateurs aangestelt de personen van Harmanus te Pelkwijk en Jan Derk Wissink.

Jan — Stientje Wissink. Stientje (daughter of Jan Wissink and Aelken Bruggert) was christened 07 Aug 1695, Winterswijk; died 09 Jun 1767, Winterswijk; was buried 12 Jun 1767, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Op 16 september 1742 geeft Stijne Wissink in Miste van wijilen haar man Jan Wissink 100-0-0 aan de diaconie.

Notes:

Op 22 juli 1765 vindt de Opdragt plaats door de momboiren over de onmundige kinderen van Garrit te Pelkwijk en Aaltjen Wissink, Ehel. aan dier pupillen Grootmoeder Stijne Wissink en Erven van
1. Huis en Hoff door Gerrit te Pelkwijk bewoond wordende.
2. Huis in de Meddehosche straate tussen de huizen van de wede. Derk van Wullen en de wede. Hellendoorn.
3. Een akkermaal in de kromme Morsch, met nog een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen Hendrik Theink en Jan op 't Tuinte zijn grond gelegen.
4. Een vierde part van de Willinkweide, tussen den Papenkamp en Laarbergs maate.
5. 2 schepel zaadland op den Pas, tussen t land van Frerik ten Honis en Hendrik van Gent.
6. 4 1/2 schepel zaadland op den Pas tussen het land van Adriaan Weenink en Jan Harmelink, nog 5 spint gezaai op den Pas tussen Jan Harmelink en de kinderen van Jan Hesselink op Freriks land.
7. Den halven Meinenkamp met nog 2 schepel zaadland op het Oostervoort, tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land.
8. Gaarden, het Pesken geb. bij 't Melatenhuis, naast het land van de kinderen van Hendrik Bekkers.
9. 3 1/2 schepel zaadland op den Oldenhuis leggende, naast de Landerijen van Harmanus Willink en den Kremerskamp.
Alle in en bij Winterswijk gelegen.

Op 25 januari 1786 vindt de Maagscheid over de Boedel van wijlen Jan Keussink en Stientjen Wissink, in leven gewezene Ehelieden in dato 25 januari 1769 opgerigt, plaats, waarbij voor eerst gerespecteerd en geapprobeerd word de verkoping van het halve erve Kossink en de twee Drajers Huisjes, zoo door bovengemelte Stientje of Christina Wissink is gedaan aan Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. bij derzelven Huwelijksvoorwaarden en voorts daarbij worden toegedeeld aan Scholte Berend Lievers en Christina Wissink Ehell. Jan Derk Esselink en Janna Wissink Ehell. en aan de nagelaten kinderen van Geert Elink en Josina Wissink in leven Ehell. met namen Garrit Jan Elink en Deeve Bovelt Ehell., Willem van Eerden en Christina Elink Ehell. en Gradus Elink en Aeltje Eelink.

die goederen van welke wijlen Stientjen op de 22 july 1765 gekoft heeft van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink Ehell. bestaande in
1. Een huis met den Hoff in de Bredevoortsche str. tussen de Huysen en hoven van Barent Hemmink en Thone Gielink.
2. Een Ackermaal hooij of grasgrond in de Kromme Morsse met een halve kidde in Wamelink Nijland, tussen de grond van Hendrik Thienk en Jan op het Tuunte gelegen.
3. den halven Meijnenkamp met nog twee schepels saadland op den Oostervoort tussen Hendrik Ubbink en Jan Hendrik van Wullen land gelegen.
4. 2 1/2 schepel saadland op den pas.
5. Een gaarden, het Peske genaamd, bij Melaatenhuis, bij en naast het land van de kinderen van Harmen Bekkers gelegen, alle gesitueerd in en bij 't dorp Winterswijk.
egter onder deese conditie dat de kinderen van bovengemelde Eheluiden te Pellewijk of een derzelve wanneer het jongste zijn mondige jaren zal hebben bereikt of binnen twee jaren daarna, het zal vrijstaan die goederen weer in te lossen voor den zelven prijs waarvoor zij verkogt zijn.

Aan de gezamentlijke kinderen van Garrit te Pellewijk en Aaltje Wissink zo die geboren zijn als die uit dat huwelijk nog mogten geprocreerd worden. als
1. Een Huys in de Medd.str. door Hendrik van Gent bewoond en nog een Huisken daar agter ook in de Medd.str. door Willem Dulmer bewoond.
2. 3 1/2 schepels zaadtland gelegen op den Pas, tussen de Landerijen van Adriaan Weenink en de kinderen van Hesselink. Nog vier stukjes land op den Hoogen Pas gelegen.
3. Het vierde gedeelte van de Willink Weijde.
4. 3 1/2 schepels gezaaij Land op den Oldenhuis, tussen de Landerijen van H:Willink en de Kreemerskamp met die conditie dat de vrugte en pagte daarvan bij de ouders zullen worden geprofiteerd zoo lang een van dezelven leeft. Alles breder bij het magescheid van 25 .... 't welk door Lubbert Derk Jan Hesselink ter secretarij is overgegeven op den 17 oktober 1786.

4 februari 1796:
Quitantie met verklaringe van Jan Wissink c.s. aan ? verscheidene andere comparanten c.s. dat zij kunnen lijden voor de kinderen en Erfgenaamen van Garrit ter Pelkwijk en Aaltje Wissink Eheld. worden gedaan Landregte bij haar? cessie en opdragt van verscheidene ongereede Perceelen en met verdere verklaringe de Los op Pandpenning waarvoor op gemelden perceelen bij koop contract dd: 1 july 1765 tussen de momboiren der kinderen van gem. Garrit ter Pelkwijk en vrouw ten Eenre en Stijne Wissink wed. van Jan Kossing of Wissink ter anderen sijde opgerogt en nader bij maagscheid over de Boedel van gem. Sijtne Wissing in dato 25 jan. 1769 geconfimeerd, weder terug ontfangen hebben en daarvoor quiteeren. breeder bij acte van 4 februari 1796.

Zoals blijkt hadden Aaltjen Wissink en Garrit te Pelkwijk veel geld geleend bij haar ouders. Toen ze dit niet terug konden betalen hebben ze al hun goederen aan hun verkocht. De kinderen van Aaltjen en Garrit mogen later deze goederen terugkopen tegen dezelfde prijs.

Bron: Das Lib. Gifte Miste rot 1, nr. 1, Volontaire Protocollen R.A. Bredevoort

Notes:

Dries van Eerden is in 1746 provisor van de kerk in Winterswijk.

Dries — Harmken Roskamp. Harmken (daughter of Teunis Roskamp and Stijnken Leverdynck) was christened 12 Oct 1690, Winterswijk; was buried 16 Jan 1763, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Buried:
Zij wordt begraven als de Weduwe van Dries van Eerden.

Notes:

In 1720 draagt Elsken ten Barkel haar "plaatsjen het Barkelstedeken ganaemt" op aan Dries van Eerden.

3 mei 1730:
Geert Nienhuis, wonende op de Beurse, mede voor zijn dochter Berndken Nienhuis en Hendrik Havekes ehelieden, voorts Geesken Nienhuis, geassisteerd met Jan Willem Graver als regtens, bekennen te hebben gecedeerd, getransporteerd en opgedragen aan Dries van Eerden op de Vaeltrijt en huisvrouw, hun geregte vierde quota van het goed de Vaeltrijt, gelegen in Meddehoe.
Bron: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 556

In 1730 wordt Dries eigenaar van eenderde deel van 't erve en goet 't Haefken en in 1742 is ook het Lemnes weijdeken zijn eigendom.
In 1748 woonden de volgende personen op boerderij van Eerden in Meddo:

Dries van Eerden 65 j. / Vrouw Harmken 50 j. / Broer Derk 50 j. / Soons Willem 25 j. / Tonnis 21 j. / Jan Berent 14 j. / Meijd Griet Colstede 20 j.
4 kinderen / 3 over de 16 j. / Eedt gedaen en 1e term.bet. / mede voor sijn broer Derk van Eerden / Grietje te Kolste iets gegeven.

Dries van Eerden verliest drie kinderen op jonge leeftijd. Op 23 april 1727, 21 maart 1731 en 17 juli 1739 worden er kinderen van hem begraven in Winterswijk.

Bron: Das aantekeningen volontaire protocollen Bredevoort, Das Lib. Gifte 1748 Meddo rot 4, nr. 15

Notes:

Op 1 mei 1740 betaalde Geert Elink de somma van 50-0-0 aan de diaconie als zijn wijlen vader gegeven heeft.

Geert — Josina Wissink. Josina (daughter of Jan Kosink and Stientje Wissink) was christened 16 Sep 1714, Winterswijk; died 09 Mar 1767, Winterswijk; was buried 12 Mar 1767, Winterswijk. [Group Sheet]

Notes:

Geert was eerder getrouwd met Elisabeth Scholten. Met haar was hij op 13 augustus 1724 in Winterswijk in ondertrouw gegaan. Zij was een dochter van de scholteboer Garrit Scholte van Ratum en Geesken Hesselink en gedoopt te Winterswijk op 16 september 1703. Vier maanden na hun huwelijk werd het eerste kind gedoopt. Op 24 december 1724 wordt in Winterswijk dochter Gesina geboren. Als getuigen treden dan op Gerrit Scholte van Ratum, Jenneken Hesselink en Stijne Wamelink. Elisabeth werd op 25 februari 1726 begraven te Winterswijk. Drie maanden later volgt haar kind, op 4 mei 1726 wordt er een kind van Geert Elink begraven. Mogelijk was dit het tweede kind van Geert en Elisabeth.

Geert had dan misschien iemand nodig om voor zijn baby te zorgen. Hij hertrouwde tien maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw met de piepjonge Josina Wissink. Deze was nog maar 12 jaar oud toen ze met Geert trouwde! Dit is waarschijnlijk de reden waarom er de eerste vijf jaar na hun huwelijk geen kinderen gedoopt worden.

In 1748 woonden er op boerderij Eelink in de Dorpboer van Winterswijk de volgende personen:
Geert Elink 49 j. / Vrouw Gesina Wissink 33 j. / Soons Gerrit Jan 10 j. / Jan 4 j. / Gerhardus 2 j. / Dogter Christine Elisabet 7 j. / Knegt Wessel Wijberdink 21 j. / Maagd Aaltien Maas 22 j. / 2 paarden.
Vrouw Josine / 4 kinderen onder de 16 j. / Eedt gedaen en 1e Term.bet., etc. / Aelken Maes de meit en Wessel Wijberdink iets gegeven.

Hieruit blijkt ook, dat Josina rond 1714/1715 geboren moet zijn.

11 september 1775:
Gerigtelijke Afdeelinge der ongeraade bij de twee gezusteren Elisabeth en Berendina Helena Straatman in gemeenschap bezetene parceelen ter instantie van Elisabeth Straatman op den 11 sept. 1775 gecelebreerd. waarbij door het lot tussen die twee zusters aan elk voor de geregte halfscheid zijn toebedeeld.
Dan wordt een aantal stukken grond genoemd, waaronder:
nog een stuk Bouwland op den Hasel tussen het land van de Erfgenamen van Geert Elink ter eenre en dat van de koster Mighorius ter andere zijde gelegen.
Bron: Das Lib.Gifte Dorpboer 51