Johan Laerbergh

Herman married Lijssken Bef 1653. [Group Sheet]

Notes:

Lunæ 17. Januarij 1653 - Stattholder Joost ter Vile , Coernoten Rutger Poelhuis, Evert Cranen
Erschenen Herman Laerbergh Lijssken Eheluijde, ende gaven een E. Gerichte t'erkennen hoe datt Comparanten Sohne Johan Laerbergh voor ende nae eenige parcelen Erffgrondts namentlick een stuck Landts tusschen Comparanten ende Lijssken Cranen Landerijen op den Schulten Esch bij den Dorpe Wenterschwick, Item, een stuck Bowlandts die Schulten Brede genoembt gelijckvals bij Cortbeken grondt gelegen als mede een hoeijmadeken inde Kerspel Wenterswick Buerschap Corle ant Goor, Inssgelijken het Erve ende guedt Sijverdinck inde Buerschap Brinckheurne, Item Connings goedt ende Boldthoff ende een goorden inde Darpburschap, Item een stuck Landts den langen Esch geheten bij die Pelckwick gelegen, vermogens bij sich hebbende Coops ende Opdragts brieven van verscheijden Persohnen geacquiriert hebbe Ende also Comparanten tott betaelinge van die gemelte Erven ende Landerijen
enige penninge verschoten had den, verclaerden dat Sij voor het alinge verschott montierende ter Sommen van Drie entwintich hondert dalers ad dertich str. t'stuck, aengenomen hebben het Erff ende Goedt Wijsskamp, ende den aan t'Goedt Hoijckinck belegten Pandtschillinck, ende dat sij over sulcks dienangaende voldaen sijn - uijtgenomen dat Comparanten Schoonsohne Johan Huijsinck nae affsterven van Comparanten wegens verschott des Coopschillincks van den voorss. Langen Esch bij die Pelckwick gelegen, hondert vier ende seventich dlls ad dertich str. t'stuck sijn
competierende- gedachten haeren Sohn Johan Laerbergh mits desen quitierende ende goeder entrichtinge bedanckende.. Bekanden daerbeneffens haeren Wille te sijn, dat mehrgemelte haer Sohne Johan Laerbergh nae Comparanten doden die behuijsinge, so sij nu tegenwoordigh bewohnen, erfflick sall beholden, ende dat daertegens gedachter Johan Huijsinck Comparanten huijs staende tusschen Gijssbert Truijen ende Rutger Poelhuis behuisingen, sall aennehmen. Alles sonder exception ende argelist.
Bron: RAG: ORA Bredevoort inv.nr. 418 fol. 50, 50v